Frans

Uitgebreide vertaling voor faire tomber (Frans) in het Nederlands

faire tomber:

faire tomber werkwoord

  1. faire tomber (abattre qn; rabattre qn; basculer qn; culbuter qn)
    omslaan; vloeren; iemand neerslaan
    • omslaan werkwoord (sla om, slaat om, sloeg om, sloegen om, omgeslagen)
    • vloeren werkwoord (vloer, vloert, vloerde, vloerden, gevloerd)
    • iemand neerslaan werkwoord
  2. faire tomber (abattre; flanquer par terre)
    neerslaan; onderuithalen; omslaan; vloeren
    • neerslaan werkwoord (sla neer, slaat neer, sloeg neer, sloegen neer, neergeslagen)
    • onderuithalen werkwoord (haal onderuit, haalt onderuit, haalde onderuit, haalden onderuit, onderuit gehaald)
    • omslaan werkwoord (sla om, slaat om, sloeg om, sloegen om, omgeslagen)
    • vloeren werkwoord (vloer, vloert, vloerde, vloerden, gevloerd)
  3. faire tomber (renverser)
    omvertrekken
    • omvertrekken werkwoord (trek omver, trekt omver, trok omver, trokken omver, omvergetrokken)
  4. faire tomber (renverser)
    ten val brengen; wippen
    • ten val brengen werkwoord (breng ten val, brengt ten val, bracht ten val, brachten ten val, ten val gebracht)
    • wippen werkwoord (wip, wipt, wipte, wipten, gewipt)
  5. faire tomber (renverser)
    omspringen; omverspringen
    • omspringen werkwoord (spring om, springt om, sprong om, sprongen om, omgesprongen)
    • omverspringen werkwoord (spring omver, springt omver, sprong omver, sprongen omver, omver gesprongen)
  6. faire tomber (arracher)
    omverrukken
    • omverrukken werkwoord (ruk omver, rukt omver, rukte omver, rukten omver, omver gerukt)
  7. faire tomber (renverser; bousculer)
    omstoten; omduwen; omverstoten
    • omstoten werkwoord (stoot om, stootte om, stootten om, omgestoten)
    • omduwen werkwoord (duw om, duwt om, duwde om, duwden om, omgeduwd)
    • omverstoten werkwoord (stoot omver, stootte omver, stootten omver, omver gestoten)

Vertaal Matrix voor faire tomber:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderuithalen tackle
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iemand neerslaan abattre qn; basculer qn; culbuter qn; faire tomber; rabattre qn
neerslaan abattre; faire tomber; flanquer par terre
omduwen bousculer; faire tomber; renverser
omslaan abattre; abattre qn; basculer qn; culbuter qn; faire tomber; flanquer par terre; rabattre qn changer brusquement; feuilleter; jeter sur les épaules; mettre sur les épaules
omspringen faire tomber; renverser
omstoten bousculer; faire tomber; renverser
omverrukken arracher; faire tomber
omverspringen faire tomber; renverser
omverstoten bousculer; faire tomber; renverser
omvertrekken faire tomber; renverser
onderuithalen abattre; faire tomber; flanquer par terre faire un croche-patte à; faire un croche-pied à; tackler
ten val brengen faire tomber; renverser
vloeren abattre; abattre qn; basculer qn; culbuter qn; faire tomber; flanquer par terre; rabattre qn
wippen faire tomber; renverser

Verwante vertalingen van faire tomber