Uitgebreide vertaling voor faire du tir (Frans) in het Nederlands
faire du tir:
-
schieten;
vuren;
afvuren;
schoten lossen;
afschieten
-
schieten
werkwoord
(schiet, schoot, schoten, geschoten)
-
vuren
werkwoord
(vuur, vuurt, vuurde, vuurden, gevuurd)
-
afvuren
werkwoord
(vuur af, vuurt af, vuurde af, vuurden af, afgevuurd)
-
schoten lossen
werkwoord
(los schoten, lost schoten, loste schoten, losten schoten, schoten gelost)
-
afschieten
werkwoord
(schiet af, schoot af, schoten af, afgeschoten)
-
Vertaal Matrix voor faire du tir:
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van faire du tir