Frans
Uitgebreide vertaling voor facile à vivre (Frans) in het Nederlands
facile à vivre:
-
facile à vivre (complaisant; indulgent; coulant; avec indulgence; avec complaisance; souple; docile; empressé; docilement; accommodant; avec empressement)
inschikkelijk; soepel; meegaand; gewillig; toegeeflijk; gedwee; toegevend-
inschikkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
soepel bijvoeglijk naamwoord
-
meegaand bijvoeglijk naamwoord
-
gewillig bijvoeglijk naamwoord
-
toegeeflijk bijvoeglijk naamwoord
-
gedwee bijvoeglijk naamwoord
-
toegevend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor facile à vivre:
Computer vertaling door derden: