Frans
Uitgebreide vertaling voor fâché contre (Frans) in het Nederlands
fâché contre:
-
fâché contre (fâché; en colère; irrité; irrité contre)
-
fâché contre (revêche; âpre; virulent; enragé; fou de rage; acharné; furieux; aigre; agressif; ulcéré; en colère; aigri; aigrement; furibond; irrité; âprement; férocement; furieusement; irrité contre)
-
fâché contre (férocement; âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; furieusement; fou de rage; irrité contre)
verbitterd; bitter teleurgesteld-
verbitterd bijvoeglijk naamwoord
-
bitter teleurgesteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
fâché contre (enragé; opprimé; ulcéré; réprimé; virulent; haineux; âpre; rancunier; âcre; vindicatif; irrité; âprement; furieusement; irrité contre)
onderdrukt; opgekropt; verkropt; verbeten-
onderdrukt bijvoeglijk naamwoord
-
opgekropt bijvoeglijk naamwoord
-
verkropt bijvoeglijk naamwoord
-
verbeten bijvoeglijk naamwoord
-