Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. exubérant:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor exubérant (Frans) in het Nederlands

exubérant:

exubérant bijvoeglijk naamwoord

  1. exubérant (avec exubérance; avec enthousiasme; turbulent)
    uitbundig; uitgelaten
  2. exubérant (joueur; jovial; de façon folâtre; )
    speels; dartel

Vertaal Matrix voor exubérant:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dartel de façon folâtre; enjoué; exubérant; folâtre; gai; gaiement; joueur; jovial; pétulant alerte; animé; avec animation; avec enjouement; avec joie; avec vivacité; de bonne humeur; enchanté; enjoué; gai; gaie; gaiement; heureux; jovial; joyeuse; joyeusement; joyeux; plein de joie; pétulant; ravi; remuant; réjouissant; transporté de joie; très gai; turbulent; vif; vive; vivement
speels de façon folâtre; enjoué; exubérant; folâtre; gai; gaiement; joueur; jovial; pétulant ludique; léger
uitbundig avec enthousiasme; avec exubérance; exubérant; turbulent
uitgelaten avec enthousiasme; avec exubérance; exubérant; turbulent animé; enjoué; gai; gaie; gaiement; jovial; joyeuse; joyeusement; joyeux

Synoniemen voor "exubérant":


Wiktionary: exubérant


Cross Translation:
FromToVia
exubérant overdadig; overvloedig; uitbundig; exuberant exuberant — abundant, luxuriant, profuse, superabundant