Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. externe:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor externe (Frans) in het Nederlands

externe:

externe bijvoeglijk naamwoord

  1. externe (qui n'habit pas à la maison; extérieur)
    extern; uitwonend
  2. externe (extérieur; extérieurement; de l'extérieur)
    uitwendig; uiterlijk
  3. externe
    extern
    • extern bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor externe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uiterlijk air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique; silhouette; stature; taille
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extern externe; extérieur; qui n'habit pas à la maison distant
uiterlijk de l'extérieur; externe; extérieur; extérieurement apparemment; au plus tard; de l'extérieur; de loin; du dehors; en apparence; en dernier lieu; tout au plus
uitwendig de l'extérieur; externe; extérieur; extérieurement
uitwonend externe; extérieur; qui n'habit pas à la maison

Synoniemen voor "externe":


Wiktionary: externe

externe
adjective
  1. uitwendig
  2. zich aan de buitenkant bevindend

Cross Translation:
FromToVia
externe uiterlijk; uitwendig external — outside of something

Verwante vertalingen van externe