Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor exclure (Frans) in het Nederlands

exclure:

exclure werkwoord (exclus, exclut, excluons, excluez, )

  1. exclure (refuser la porte; repousser; excepter; chasser; éliminer)
    uitsluiten; buitensluiten
    • uitsluiten werkwoord (sluit uit, sloot uit, sloten uit, uitgesloten)
    • buitensluiten werkwoord (sluit buiten, sloot buiten, sloten buiten, buitengesloten)
  2. exclure (disqualifier; rayer; radier)
    uitsluiten; royeren; diskwalificeren
    • uitsluiten werkwoord (sluit uit, sloot uit, sloten uit, uitgesloten)
    • royeren werkwoord (royeer, royeert, royeerde, royeerden, geroyeerd)
    • diskwalificeren werkwoord (diskwalificeer, diskwalificeert, diskwalificeerde, diskwalificeerden, gediskwalificeerd)
  3. exclure (éjecter; flanquer à la porte; jeter dehors; expulser; vider)
    uitgooien; uitwerpen
    • uitgooien werkwoord (gooi uit, gooit uit, gooide uit, gooiden uit, uitgegooid)
    • uitwerpen werkwoord (werp uit, werpt uit, wierp uit, wierpen uit, uitgeworpen)
  4. exclure (rayer; radier; disqualifier)
    royeren; iemand schrappen
  5. exclure (excepter)
    uitzonderen
    • uitzonderen werkwoord (zonder uit, zondert uit, zonderde uit, zonderden uit, uitgezonderd)

Conjugations for exclure:

Présent
  1. exclus
  2. exclus
  3. exclut
  4. excluons
  5. excluez
  6. excluent
imparfait
  1. excluais
  2. excluais
  3. excluait
  4. excluions
  5. excluiez
  6. excluaient
passé simple
  1. exclus
  2. exclus
  3. exclut
  4. exclûmes
  5. exclûtes
  6. exclurent
futur simple
  1. exclurai
  2. excluras
  3. exclura
  4. exclurons
  5. exclurez
  6. excluront
subjonctif présent
  1. que j'exclue
  2. que tu exclues
  3. qu'il exclue
  4. que nous excluions
  5. que vous excluiez
  6. qu'ils excluent
conditionnel présent
  1. exclurais
  2. exclurais
  3. exclurait
  4. exclurions
  5. excluriez
  6. excluraient
passé composé
  1. ai exclu
  2. as exclu
  3. a exclu
  4. avons exclu
  5. avez exclu
  6. ont exclu
divers
  1. exclus!
  2. excluez!
  3. excluons!
  4. exclu
  5. excluant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor exclure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitzonderen exception
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitensluiten chasser; excepter; exclure; refuser la porte; repousser; éliminer
diskwalificeren disqualifier; exclure; radier; rayer
iemand schrappen disqualifier; exclure; radier; rayer
royeren disqualifier; exclure; radier; rayer
uitgooien exclure; expulser; flanquer à la porte; jeter dehors; vider; éjecter
uitsluiten chasser; disqualifier; excepter; exclure; radier; rayer; refuser la porte; repousser; éliminer
uitwerpen exclure; expulser; flanquer à la porte; jeter dehors; vider; éjecter décharger; dégager; déporter; déverser; excréter; éjecter; évacuer
uitzonderen excepter; exclure

Synoniemen voor "exclure":


Wiktionary: exclure

exclure
verb
  1. niet langer tot de mogelijkheden rekenen

Cross Translation:
FromToVia
exclure uitsluiten; precluderen preclude — rule out
exclure verbannen; uitsluiten proscribe — banish or exclude
exclure uitsluiten rule out — to make something impossible

Verwante vertalingen van exclure