Frans

Uitgebreide vertaling voor excellence (Frans) in het Nederlands

excellence:

excellence [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'excellence (éminence; supériorité; perfection)
    de voortreffelijkheid; de uitnemendheid
  2. l'excellence (supériorité; grandeur)
    de grootheid; de eminentie; de verhevenheid; het aanzien; edel; de verheffing; de hoogheid
  3. l'excellence (perfection)
    de volmaaktheid; de perfectie; de volkomenheid
  4. l'excellence
    uitstekendheid
  5. l'excellence (caractère attrayant)
    kostelijkheid

Vertaal Matrix voor excellence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanzien excellence; grandeur; supériorité air; allure; apparence; aspect; considération; extérieur; figure; forme; mine; notoriété; physique; prestige; renommée; respectabilité; réputation; statut; état
edel excellence; grandeur; supériorité
eminentie excellence; grandeur; supériorité
grootheid excellence; grandeur; supériorité
hoogheid excellence; grandeur; supériorité
kostelijkheid caractère attrayant; excellence
perfectie excellence; perfection
uitnemendheid excellence; perfection; supériorité; éminence
uitstekendheid excellence
verheffing excellence; grandeur; supériorité
verhevenheid excellence; grandeur; supériorité jactance; présomption; prétention; suffisance; supériorité
volkomenheid excellence; perfection totalité; état complet
volmaaktheid excellence; perfection
voortreffelijkheid excellence; perfection; supériorité; éminence
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanzien jeter les yeux sur; jeter un coup d'oeil sur; jeter un regard; regarder
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
edel auguste; de façon généreuse; généreusement; généreux; large; magnanime; magnanimement; noble; noblement; olympien; olympienne; sublime; élévé

Synoniemen voor "excellence":


Wiktionary: excellence

excellence
noun
  1. uitmuntendheid

Verwante vertalingen van excellence