Frans

Uitgebreide vertaling voor escaler (Frans) in het Nederlands

escaler:

escaler werkwoord

  1. escaler (s'envenimer; devenir inmaîtrisable; aggraver; )
    escaleren; uit de hand lopen
  2. escaler (intensifier; renforcer; amplifier; )
    versterken; intensiveren; aanscherpen; toespitsen; verhevigen
    • versterken werkwoord (versterk, versterkt, versterkte, versterkten, versterkt)
    • intensiveren werkwoord (intensiveer, intensiveert, intensiveerde, intensiveerden, geïntensiveerd)
    • aanscherpen werkwoord
    • toespitsen werkwoord (spits toe, spitst toe, spitste toe, spitsten toe, toegespitst)
    • verhevigen werkwoord (verhevig, verhevigt, verhevigde, verhevigden, verhevigd)

Vertaal Matrix voor escaler:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanscherpen aggraver; amplifier; consolider; envenimer; escaler; intensifier; rendre intense; renforcer; s'aggraver; s'envenimer exacerber
escaleren aggraver; devenir inmaîtrisable; envenimer; escaler; intensifier; s'aggraver; s'envenimer
intensiveren aggraver; amplifier; consolider; envenimer; escaler; intensifier; rendre intense; renforcer; s'aggraver; s'envenimer
toespitsen aggraver; amplifier; consolider; envenimer; escaler; intensifier; rendre intense; renforcer; s'aggraver; s'envenimer
uit de hand lopen aggraver; devenir inmaîtrisable; envenimer; escaler; intensifier; s'aggraver; s'envenimer
verhevigen aggraver; amplifier; consolider; envenimer; escaler; intensifier; rendre intense; renforcer; s'aggraver; s'envenimer
versterken aggraver; amplifier; consolider; envenimer; escaler; intensifier; rendre intense; renforcer; s'aggraver; s'envenimer consolider; fortifier; raffermir; renforcer