Enseignement in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

enseignement:
- cursus; onderwijs; les; onderrichting; onderricht; instructie; lering; scholing; educatie; onderwijswezen; ontwikkeling; vooruitgang; vorming; ontplooiing; geestelijke vorming
Wiktionary:
- enseignement → lering, onderricht, ontwikkeling, onderwijs, onderrichting
- enseignement → onderwijs, onderricht

Frans

Uitgebreide vertaling voor enseignement (Frans) in het Nederlands

enseignement:

enseignement [le ~] zelfstandig naamwoord

l'enseignement (cours; leçon; classe)
de cursus; het onderwijs; de les; onderrichting; het onderricht
- cursus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onderwijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- les [de ~] zelfstandig naamwoord
- onderrichting [znw.] zelfstandig naamwoord
- onderricht [het ~] zelfstandig naamwoord
l'enseignement (cours; leçon; classe; instruction)
het onderwijs; de les; de instructie; de lering; onderrichting; het onderricht
- onderwijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- les [de ~] zelfstandig naamwoord
- instructie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderrichting [znw.] zelfstandig naamwoord
- onderricht [het ~] zelfstandig naamwoord
l'enseignement (éducation; formation; instruction)
het onderwijs; de scholing; de educatie
- onderwijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- scholing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- educatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'enseignement (éducation; formation; instruction)
onderwijswezen
- onderwijswezen [znw.] zelfstandig naamwoord
l'enseignement (cultivation; développement; éducation; formation; instruction)
de ontwikkeling; de vooruitgang; de vorming; de ontplooiing; geestelijke vorming
- ontwikkeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vooruitgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vorming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ontplooiing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geestelijke vorming [znw.] zelfstandig naamwoord
l'enseignement
het onderwijs
- onderwijs [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor enseignement:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cursus	classe; cours; enseignement; leçon	cours; étude
educatie	enseignement; formation; instruction; éducation
geestelijke vorming	cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation
instructie	classe; cours; enseignement; instruction; leçon	assignation; briefing; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; instruction d'action; mission; ordre; sommation
lering	classe; cours; enseignement; instruction; leçon	blâme; conférence; cours; doctrine religieuse; dogme; exposé; interprétation; lecture; leçon; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; séance; vitupération
les	classe; cours; enseignement; instruction; leçon	cours; leçon; séance
onderricht	classe; cours; enseignement; instruction; leçon
onderrichting	classe; cours; enseignement; instruction; leçon
onderwijs	classe; cours; enseignement; formation; instruction; leçon; éducation
onderwijswezen	enseignement; formation; instruction; éducation
ontplooiing	cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation	accroissement; boom; croissance; développement; essor; hausse; poussé; progression
ontwikkeling	cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation	accroissement; boom; croissance; développement; essor; hausse; poussé; progression
scholing	enseignement; formation; instruction; éducation	formation; formation écolière; instruction; éducation
vooruitgang	cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation	avancement; cours; déroulement; développement; progression; progrès
vorming	cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation	formation; formation écolière; instruction; éducation

Synoniemen voor "enseignement":

conclusion; fin; terme; terminaison; issue; solution; dénouement; épilogue; résultat; péroraison; moralité; leçon; précepte; fable; pédagogie; instruction; éducation; formation; règle; prescription; principe; dogme; recommandation; proposition; aphorisme; conseil; professorat; système; doctrine; théorie; école; moyen; plan; procédé; technique

Wiktionary: enseignement

enseignement

noun

action de transmettre des connaissances à un élève.
- enseignement → lering; onderricht; ontwikkeling; onderwijs; onderrichting

Cross Translation:

From	To	Via
• enseignement	→ onderwijs	↔ education — process or art of imparting knowledge, skill and judgment
• enseignement	→ onderricht; onderwijs	↔ Unterricht — meist Singular: regelmäßige und planvolle Weitergabe von Wissen, Information und Fähigkeiten von einem oder mehren Lehrern an einen oder mehr Schüler

Verwante vertalingen van enseignement

Remove Ads

Vertaal enseignement van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor enseignement (Frans) in het Nederlands

enseignement:

enseignement [le ~] zelfstandig naamwoord

l'enseignement (cours; leçon; classe)

l'enseignement (cours; leçon; classe; instruction)

l'enseignement (éducation; formation; instruction)

l'enseignement (éducation; formation; instruction)

l'enseignement (cultivation; développement; éducation; formation; instruction)

l'enseignement

Vertaal Matrix voor enseignement:

Synoniemen voor "enseignement":

Wiktionary: enseignement

Verwante vertalingen van enseignement