Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. employeur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor employeur (Frans) in het Nederlands

employeur:

employeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'employeur (patron)
    de werkgever

Vertaal Matrix voor employeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
werkgever employeur; patron

Synoniemen voor "employeur":


Wiktionary: employeur

employeur
noun
  1. personne, entreprise ou autre organisme qui employer des salariés.
employeur
noun
  1. persoon die of bedrijf dat werk verschaft aan anderen

Cross Translation:
FromToVia
employeur werkgever employer — person or entity which employs others
employeur werkgever Arbeitgeber — Person oder Firma, die Leute als Arbeiter oder Angestellte einstellen, beschäftigt und ihnen dafür Geld bezahlt

Verwante vertalingen van employeur