Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal emphase

Vertaal emphase van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

emphase:
- eigendunk; eigenwaan; declamatie; holle hoogdravendheid; hoogdravendheid; gezwollenheid; pompeusheid; gewichtigheid; bombast; gewichtigdoenerij
Wiktionary:
- emphase → klem, nadruk, bombast
- emphase → nadruk

Frans

Uitgebreide vertaling voor emphase (Frans) in het Nederlands

emphase:

emphase [la ~] zelfstandig naamwoord

l'emphase (suffisance; prétention; présomption; style emphatique; enflure du style; style boursouflé)
de eigendunk; de eigenwaan
- eigendunk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- eigenwaan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'emphase (style déclamatoire; déclamation; grandiloquence; déclamations; style ampoulé)
de declamatie; holle hoogdravendheid
- declamatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- holle hoogdravendheid [znw.] zelfstandig naamwoord
l'emphase (prétention; présomption; suffisance; enflure; grandiloquence; style emphatique; style boursouflé)
de hoogdravendheid; gezwollenheid; pompeusheid; de gewichtigheid; de bombast; de gewichtigdoenerij
- hoogdravendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gezwollenheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- pompeusheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- gewichtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bombast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gewichtigdoenerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor emphase:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bombast	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance
declamatie	déclamation; déclamations; emphase; grandiloquence; style ampoulé; style déclamatoire	conférence; déclamation; exposé; récitation
eigendunk	emphase; enflure du style; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance	arrogance
eigenwaan	emphase; enflure du style; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance	arrogance
gewichtigdoenerij	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance
gewichtigheid	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance	importance; sens; signification
gezwollenheid	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance	enflure; gonflement
holle hoogdravendheid	déclamation; déclamations; emphase; grandiloquence; style ampoulé; style déclamatoire
hoogdravendheid	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance
pompeusheid	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance

Synoniemen voor "emphase":

affectation; déclamation; grandiloquence; hyperbole; prétention; pompe; pédantisme; bouffissure; solennité; pathos; exagération

Wiktionary: emphase

emphase

noun

affectation pompeux dans le discours ou dans le débit.
- emphase → klem; nadruk; bombast

Cross Translation:

From	To	Via
• emphase	→ nadruk	↔ emphasis — special weight or forcefulness given to something considered important