Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal embellir

Vertaal embellir van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. embellir:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor embellir (Frans) in het Nederlands

embellir:

embellir werkwoord (embellis, embellit, embellissons, embellissez, )

  1. embellir (parer; rafraîchir; garnir; )
    verfraaien; opsmukken; zich mooi maken; verluchten; optuigen; opsieren; opschikken; tooien
    • verfraaien werkwoord (verfraai, verfraait, verfraaide, verfraaiden, verfraaid)
    • opsmukken werkwoord (smuk op, smukt op, smukte op, smukten op, opgesmukt)
    • zich mooi maken werkwoord
    • verluchten werkwoord (verlucht, verluchtte, verluchtten, verlucht)
    • optuigen werkwoord (tuig op, tuigt op, tuigde op, tuigden op, opgetuigd)
    • opsieren werkwoord (sier op, siert op, sierde op, sierden op, opgesierd)
    • opschikken werkwoord (schik op, schikt op, schikte op, schikten op, opgeschikt)
    • tooien werkwoord (tooi, tooit, tooide, tooiden, getooid)
  2. embellir (maquiller; mettre en page; parer; )
    opsmukken; opmaken; make-up aanbrengen; optutten
    • opsmukken werkwoord (smuk op, smukt op, smukte op, smukten op, opgesmukt)
    • opmaken werkwoord (maak op, maakt op, maakte op, maakten op, opgemaakt)
    • make-up aanbrengen werkwoord
    • optutten werkwoord (tut op, tutte op, tutten op, opgetut)
  3. embellir (décorer; enjoliver; orner; agrémenter)
    versieren; decoreren; aankleden; versieringen aanbrengen
    • versieren werkwoord (versier, versiert, versierde, versierden, versierd)
    • decoreren werkwoord (decoreer, decoreert, decoreerde, decoreerden, gedecoreerd)
    • aankleden werkwoord (kleed aan, kleedt aan, kleedde aan, kleedden aan, aangekleed)
  4. embellir
    opluisteren
    • opluisteren werkwoord (luister op, luistert op, luisterde op, luisterden op, opgeluisterd)
  5. embellir (se mettre en grande toilette; munir; doter; )
    zich uitmonsteren; optooien; zich uitdossen

Conjugations for embellir:

Présent
  1. embellis
  2. embellis
  3. embellit
  4. embellissons
  5. embellissez
  6. embellissent
imparfait
  1. embellissais
  2. embellissais
  3. embellissait
  4. embellissions
  5. embellissiez
  6. embellissaient
passé simple
  1. embellis
  2. embellis
  3. embellit
  4. embellîmes
  5. embellîtes
  6. embellirent
futur simple
  1. embellirai
  2. embelliras
  3. embellira
  4. embellirons
  5. embellirez
  6. embelliront
subjonctif présent
  1. que j'embellisse
  2. que tu embellisses
  3. qu'il embellisse
  4. que nous embellissions
  5. que vous embellissiez
  6. qu'ils embellissent
conditionnel présent
  1. embellirais
  2. embellirais
  3. embellirait
  4. embellirions
  5. embelliriez
  6. embelliraient
passé composé
  1. ai embelli
  2. as embelli
  3. a embelli
  4. avons embelli
  5. avez embelli
  6. ont embelli
divers
  1. embellis!
  2. embellissez!
  3. embellissons!
  5. embelli
  6. embellissant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor embellir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankleden habillement
decoreren décoration; embellissement; ornementation
opluisteren embellissement; ornement
opmaken edition; mise en page; rédaction
opschikken enjoliver
opsieren décoration; embellissement; enjolivement; enjoliver; ornementation
opsmukken décoration; embellissement; enjolivement; ornementation
optuigen décoration; embellissement
tooien embellissement; ornement
versieren décoration; embellissement; ornement; ornementation
versieringen aanbrengen décoration; embellissement; ornementation
zich mooi maken décoration; enjolivement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankleden agrémenter; décorer; embellir; enjoliver; orner habiller; mettre; s'habiller; se couvrir; se vêtir
decoreren agrémenter; décorer; embellir; enjoliver; orner adouber; armer chevalier; descerner; distinguer; décorer; honorer de; recevoir chevalier
make-up aanbrengen décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; mettre en page; orner; parer
opluisteren embellir
opmaken décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; mettre en page; orner; parer brûler; claquer son argent; consommer; consumer; digérer; dépenser; dépenser follement; finir; flamber; garnir; garnir des plats; gaspiller; manger; maquiller; s'apprêter pour; se consumer; se corroder; se maquiller; se préparer; user; utiliser; vider; épuiser
opschikken décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; orner; parer; rafraîchir
opsieren décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; orner; parer; rafraîchir s'embellir; se décorer; se faire beau; se farder; se maquiller; se parer
opsmukken décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; mettre en page; orner; parer; rafraîchir garnir; garnir des plats; s'embellir; se décorer; se faire beau; se farder; se maquiller; se parer
optooien armer; doter; décorer; embellir; munir; orner; parer; passementer; se mettre en grande toilette; équiper
optuigen décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; orner; parer; rafraîchir
optutten décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; mettre en page; orner; parer se bichonner; se pomponner
tooien décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; orner; parer; rafraîchir s'embellir; se décorer; se faire beau; se farder; se maquiller; se parer
verfraaien décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; orner; parer; rafraîchir
verluchten décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; orner; parer; rafraîchir
versieren agrémenter; décorer; embellir; enjoliver; orner garnir; garnir des plats
versieringen aanbrengen agrémenter; décorer; embellir; enjoliver; orner
zich mooi maken décorer; embellir; farder; garnir; maquiller; orner; parer; rafraîchir s'embellir; se décorer; se faire beau; se farder; se maquiller; se parer
zich uitdossen armer; doter; décorer; embellir; munir; orner; parer; passementer; se mettre en grande toilette; équiper
zich uitmonsteren armer; doter; décorer; embellir; munir; orner; parer; passementer; se mettre en grande toilette; équiper

Synoniemen voor "embellir":


Wiktionary: embellir

embellir
verb
  1. transitif|fr rendre plus beau.
embellir
verb
  1. mooier maken
Cross Translation:
FromToVia
• embellir → verfraaien ↔ embellish — To make more beautiful and attractive; to decorate

Verwante vertalingen van embellir







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0469 seconde
Page rendered in 1.0 seconds