Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dupeur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor dupeur (Frans) in het Nederlands

dupeur:

dupeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le dupeur (escroc; imposteur; trompeur)
    de bedrieger; de oplichter
  2. le dupeur (escroc; imposteur; trompeur)
    de zwendelaar; de fraudeur
  3. le dupeur (carambouilleur; trompeur; imposteur; escroc)
    de flessentrekker

Vertaal Matrix voor dupeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrieger dupeur; escroc; imposteur; trompeur
flessentrekker carambouilleur; dupeur; escroc; imposteur; trompeur
fraudeur dupeur; escroc; imposteur; trompeur
oplichter dupeur; escroc; imposteur; trompeur
zwendelaar dupeur; escroc; imposteur; trompeur