Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. du troisième âge:


Frans

Uitgebreide vertaling voor du troisième âge (Frans) in het Nederlands

du troisième âge:

du troisième âge bijvoeglijk naamwoord

  1. du troisième âge (vieux; âgé)
    oud; bejaard
    • oud bijvoeglijk naamwoord
    • bejaard bijvoeglijk naamwoord
  2. du troisième âge (vieillot; âgé)
    bejaard; ouwelijk
  3. du troisième âge (le plus âgé; vieillot; âgé)
    senior; oudste

Vertaal Matrix voor du troisième âge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oudste aîné; plus vieux; plus âgé
senior aîné; plus vieux; plus âgé
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bejaard du troisième âge; vieillot; vieux; âgé
oud du troisième âge; vieux; âgé ancien; antique; archaïque; défraîchi; démodé; fade; insipide; mou; peu appétissant; usé; vieux
ouwelijk du troisième âge; vieillot; âgé
senior du troisième âge; le plus âgé; vieillot; âgé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oudste du troisième âge; le plus âgé; vieillot; âgé

Verwante vertalingen van du troisième âge