Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. doucher:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor doucher (Frans) in het Nederlands

doucher:

doucher werkwoord

  1. doucher (dégriser; déssoûler; désenchanter; )
    ontnuchteren; nuchter worden
    • ontnuchteren werkwoord (ontnuchter, ontnuchtert, ontnuchterde, ontnuchterden, ontnuchterd)
    • nuchter worden werkwoord (word nuchter, wordt nuchter, werd nuchter, werden nuchter, nuchter geworden)

Vertaal Matrix voor doucher:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nuchter worden devenir sérieux; doucher; dégriser; désenchanter; désenivrer; désillusionner; déssoûler
ontnuchteren devenir sérieux; doucher; dégriser; désenchanter; désenivrer; désillusionner; déssoûler

Synoniemen voor "doucher":


Wiktionary: doucher


Cross Translation:
FromToVia
doucher douchen duschen — sich oder jemanden anders mithilfe einer Brause meist zu Reinigungszwecken mit Wasser berieseln

Verwante vertalingen van doucher