Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. diviseur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor diviseur (Frans) in het Nederlands

diviseur:

diviseur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le diviseur (distributeur; partageur; propagateur; propagandiste)
    de distributeur; de verdeler; de verspreider; verbreider

Vertaal Matrix voor diviseur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distributeur distributeur; diviseur; partageur; propagandiste; propagateur distributeur; distributeur commercial
verbreider distributeur; diviseur; partageur; propagandiste; propagateur
verdeler distributeur; diviseur; partageur; propagandiste; propagateur
verspreider distributeur; diviseur; partageur; propagandiste; propagateur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verbreider diffuser; disperser; propager; répandre; épandre; éparpiller; étaler; étendre
verdeler diffuser; disperser; propager; répandre; épandre; éparpiller; étaler; étendre

Wiktionary: diviseur


Cross Translation:
FromToVia
diviseur deler divisor — arithmetic: a number or expression