Dignité in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

dignité:
- waardigheid; eigenwaarde; zelfrespect; titel; waardigheidstitel; statigheid; deftigheid; eerbiedwaardigheid; gedragenheid; plechtigheid; voornaamheid; plechtstatigheid; vormelijkheid
Wiktionary:
- dignité → waardigheid, zelfgevoel, zelfrespect
- dignité → waardigheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor dignité (Frans) in het Nederlands

la dignité (valence; qualité)
de waardigheid
- waardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la dignité (respect de soi-même; amour-propre)
de eigenwaarde; het zelfrespect
- eigenwaarde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zelfrespect [het ~] zelfstandig naamwoord
la dignité (titre de dignité; titre de mérite; titre)
de titel; waardigheidstitel
- titel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- waardigheidstitel [znw.] zelfstandig naamwoord
la dignité (distinction; gravité)
de statigheid; de deftigheid; de eerbiedwaardigheid
- statigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- deftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eerbiedwaardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la dignité (gravité; noblesse)
de statigheid; gedragenheid; de plechtigheid; de voornaamheid; de plechtstatigheid; de vormelijkheid
- statigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gedragenheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- plechtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voornaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- plechtstatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vormelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deftigheid	dignité; distinction; gravité	air distinguée; classe; distinction; grand air
eerbiedwaardigheid	dignité; distinction; gravité
eigenwaarde	amour-propre; dignité; respect de soi-même
gedragenheid	dignité; gravité; noblesse
plechtigheid	dignité; gravité; noblesse	apparat; cortège; célébration; cérémonie; formalité; procession; rite; solennité
plechtstatigheid	dignité; gravité; noblesse
statigheid	dignité; distinction; gravité; noblesse
titel	dignité; titre; titre de dignité; titre de mérite	commencement; droit; début; en-tête; exorde; fondement juridique; introduction; titre; titre de livre
voornaamheid	dignité; gravité; noblesse	air distinguée; classe; distinction; grand air
vormelijkheid	dignité; gravité; noblesse
waardigheid	dignité; qualité; valence
waardigheidstitel	dignité; titre; titre de dignité; titre de mérite
zelfrespect	amour-propre; dignité; respect de soi-même

dignité

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• dignité	→ waardigheid	↔ dignity — quality or state