Diable in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

diable:
- demon; duivel; satan; kwaad; kwelduivel; boosaardig wezen; wildebras; robbedoes; plaaggeest
- donders; verduiveld; drommels
Wiktionary:
- diable → boze, droes, drommel, duivel
- diable → duivel, deugniet, verdomme, godverdomme, in vredesnaam, in godsnaam, in hemelsnaam, demon

Frans

Uitgebreide vertaling voor diable (Frans) in het Nederlands

le diable (démon; satan)
de demon; de duivel; de satan; het kwaad
- demon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- duivel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- satan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kwaad [het ~] zelfstandig naamwoord
le diable (démon; créature maligne; diablotin; satan)
de kwelduivel; boosaardig wezen
- kwelduivel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- boosaardig wezen [znw.] zelfstandig naamwoord
le diable (diablotin)
de wildebras; de robbedoes
- wildebras [de ~] zelfstandig naamwoord
- robbedoes [de ~] zelfstandig naamwoord
le diable (agaceur; taquin; diablotin; démon; satan)
de plaaggeest; de kwelduivel
- plaaggeest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kwelduivel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

diable (sapristi; bon sang; tonnerre)
donders; verduiveld
- donders bijvoeglijk naamwoord
- verduiveld bijvoeglijk naamwoord
diable (zut alors)
drommels
- drommels bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boosaardig wezen	créature maligne; diable; diablotin; démon; satan
demon	diable; démon; satan
duivel	diable; démon; satan
kwaad	diable; démon; satan
kwelduivel	agaceur; créature maligne; diable; diablotin; démon; satan; taquin
plaaggeest	agaceur; diable; diablotin; démon; satan; taquin
robbedoes	diable; diablotin
satan	diable; démon; satan
wildebras	diable; diablotin
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
donders	bon sang; diable; sapristi; tonnerre	diablement; maudit
drommels	diable; zut alors	du diable; fichu; sacré
kwaad		acerbe; avec rage; courroucé; d'un air fâché; déchaîné; déchaînée; en colère; en couroux; enragé; enragée; envenimé; exaspéré; exaspérée; furibond; furieuse; furieusement; furieux; fâcheuse; fâcheux; fâché; hargneusement; hargneux; indigné; irritable; irrité; mis en colère; outré; rageur
verduiveld	bon sang; diable; sapristi; tonnerre	bougrement; diable!; diablement; effrayant; effroyablement; maudit; pardi; sacré; satané; terriblement; vilain

diable

noun

diable

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• diable	→ duivel	↔ devil — a creature of hell
• diable	→ duivel	↔ devil — bad part of the conscience
• diable	→ deugniet; duivel	↔ devil — wicked or naughty person
• diable	→ duivel	↔ devil — in Christian Science, an evil or erring entity
• diable	→ verdomme; godverdomme	↔ goddamn — an expression of anger, surprise, or frustration
• diable	→ in vredesnaam; in godsnaam; in hemelsnaam	↔ on earth — expletive giving emphasis after interrogative word
• diable	→ demon; duivel	↔ Schaitan — teuflisches, dämonisches Wesen
• diable	→ duivel	↔ Teufel — Gegenspieler Gottes
• diable	→ duivel	↔ Teufel — böses Geisterwesen