Destruction in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

destruction:
- sloop; afbraak; wegbreken; vernieling; verwoesting; ravage; ondergang; debacle; tenondergang; teloorgang; val; ontmanteling; demontage; uiteenname
Wiktionary:
- destruction → destructie
- destruction → vernietiging

Frans

Uitgebreide vertaling voor destruction (Frans) in het Nederlands

la destruction (démolition)
de sloop; de afbraak
- sloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- afbraak [de ~] zelfstandig naamwoord
la destruction (démolition)
wegbreken
- wegbreken [znw.] zelfstandig naamwoord
la destruction (dévastation; ravage)
de vernieling; de verwoesting; de ravage
- vernieling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwoesting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ravage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la destruction (chute; débâcle; inconvénient; ruine)
de ondergang; de debacle; tenondergang; de teloorgang; de val
- ondergang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- debacle [de ~] zelfstandig naamwoord
- tenondergang [znw.] zelfstandig naamwoord
- teloorgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- val [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la destruction (ravage; dévastation)
de verwoesting; de ravage
- verwoesting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ravage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la destruction (démantèlement; démontage; démolition)
de ontmanteling; de demontage; uiteenname
- ontmanteling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- demontage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uiteenname [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afbraak	destruction; démolition
debacle	chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine	effondrement; écroulement
demontage	destruction; démantèlement; démolition; démontage
ondergang	chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine
ontmanteling	destruction; démantèlement; démolition; démontage
ravage	destruction; dévastation; ravage
sloop	destruction; démolition
teloorgang	chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine
tenondergang	chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine
uiteenname	destruction; démantèlement; démolition; démontage
val	chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine	amoindrissement; arrivée à bon port; arrivée à destination; arrivée à l'endroit voulu; atterrissage; baisse; chute; descente; diminution; déclin; décroissance; décrue; embuscade; guet-apens; piège
vernieling	destruction; dévastation; ravage
verwoesting	destruction; dévastation; ravage
wegbreken	destruction; démolition
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wegbreken		abattre; démolir; démonter; détruire; dévaster