Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor détail (Frans) in het Nederlands

détail:

détail [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le détail (particularité; spécificité; singularité)
    de detail; de bijzonderheid
  2. le détail (fait accessoire; à-côté)
    de bijzaak
    • bijzaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. le détail (fait accessoire)
    de kleinigheid; de bagatel; het akkefietje

Vertaal Matrix voor détail:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
akkefietje détail; fait accessoire
bagatel détail; fait accessoire babiole; bagatelle; chose sans importance; futilité; jeu d'enfant; petite chose; rien; rien du tout
bijzaak détail; fait accessoire; à-côté
bijzonderheid détail; particularité; singularité; spécificité
detail détail; particularité; singularité; spécificité
kleinigheid détail; fait accessoire babiole; bagatelle; bibelot; chose sans importance; colifichet; futilité; jeu d'enfant; mesquinerie; petit cadeau; petit peu; petit rien; petite chose; rien; rien du tout

Synoniemen voor "détail":


Wiktionary: détail

détail
noun
  1. chacun des parties qui concourent à la composition et à la formation d’un ensemble.
détail
noun
  1. onderdeel, kleinigheid

Cross Translation:
FromToVia
détail uitsplitsing; opsplitsing; opdeling breakdown — listing or categorization in great detail
détail kleinigheid; detail detail — something small enough to escape casual notice
détail detail; kleinigheid detail — something considered trivial enough to ignore
détail punt; tijdstip; tijdpunt point — particular moment in an event or occurrence
détail detail Detail — Kleinigkeit, Einzelheit, auch: charakterisierendes Element

Verwante vertalingen van détail