Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. déniger:


Frans

Uitgebreide vertaling voor déniger (Frans) in het Nederlands

déniger:

déniger werkwoord

  1. déniger (médire; calomnier; dire du mal sur)
    roddelen; kwaadspreken; belasteren; lasteren
    • roddelen werkwoord (roddel, roddelt, roddelde, roddelden, geroddeld)
    • kwaadspreken werkwoord (spreek kwaad, spreekt kwaad, sprak kwaad, spraken kwaad, kwaad gesproken)
    • belasteren werkwoord (belaster, belastert, belasterde, belasterden, belasterd)
    • lasteren werkwoord (laster, lastert, lasterde, lasterden, gelasterd)

Vertaal Matrix voor déniger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belasteren calomnie; diffamation; dénigrement
kwaadspreken calomnie; diffamation; dénigrement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belasteren calomnier; dire du mal sur; déniger; médire blesser; calomnier; diffamer; froisser; insulter; maudire; offenser; porter préjudice à
kwaadspreken calomnier; dire du mal sur; déniger; médire blesser; calomnier; diffamer; froisser; insulter; maudire; offenser; porter préjudice à
lasteren calomnier; dire du mal sur; déniger; médire blesser; calomnier; diffamer; froisser; insulter; maudire; offenser; porter préjudice à
roddelen calomnier; dire du mal sur; déniger; médire

Computer vertaling door derden: