Délice in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

délice:
- versnapering; delicatesse; lekkernij; verfrissing; verkwikking; laving; lafenis; verversing
- verlossing; zaligheid; verrukkelijkheid
Wiktionary:
- délice → lekkernij, plezier, vreugde

Frans

Uitgebreide vertaling voor délice (Frans) in het Nederlands

la délice (friandise; délicatesse; friandises; amuse-gueule; mets délicat)
de versnapering; de delicatesse; de lekkernij
- versnapering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- delicatesse [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lekkernij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la délice (rafraîchissement; délicatesse; régal; mets délicat)
de verfrissing; de verkwikking; de laving; de lafenis
- verfrissing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verkwikking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- laving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lafenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la délice (rafraîchissement; régal; délicatesse; mets délicat)
de verversing
- verversing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
delicatesse	amuse-gueule; délicatesse; délice; friandise; friandises; mets délicat
lafenis	délicatesse; délice; mets délicat; rafraîchissement; régal
laving	délicatesse; délice; mets délicat; rafraîchissement; régal
lekkernij	amuse-gueule; délicatesse; délice; friandise; friandises; mets délicat
verfrissing	délicatesse; délice; mets délicat; rafraîchissement; régal
verkwikking	délicatesse; délice; mets délicat; rafraîchissement; régal
verlossing	Rédemption; béatitude; délice; délices; délivrance; félicité; libération; mise en liberté; salut; sauvetage; secours	accouchement; couches; délivrance; libération; naissance; parturition
verrukkelijkheid	charme; délice
versnapering	amuse-gueule; délicatesse; délice; friandise; friandises; mets délicat	amuse-gueule; casse-croûte; casse-graine; délicatesses; friandise; friandises; gourmandises
verversing	délicatesse; délice; mets délicat; rafraîchissement; régal
zaligheid	Rédemption; béatitude; délice; délices; délivrance; félicité; libération; mise en liberté; salut; sauvetage; secours	bénédiction; félicité; magnificence; royaume des cieux; salut

Cross Translation:

From	To	Via
• délice	→ lekkernij	↔ delectable — something that is pleasing to the taste
• délice	→ plezier; vreugde	↔ delight — joy, pleasure