Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cruche:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cruche (Frans) in het Nederlands

cruche:

cruche [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cruche (pichet; pot; broc; verseuse)
    de kan; de schenkkan
    • kan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schenkkan [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la cruche (nigaud; imbécile; plouc; dadais)
    de klootzak; de hufter
    • klootzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hufter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la cruche (jarre; cruchon)
    de kruik; de pul
    • kruik [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pul [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. la cruche (verseuse; pot; broc)
    het schenkkannetje; het kannetje

Vertaal Matrix voor cruche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hufter cruche; dadais; imbécile; nigaud; plouc
kan broc; cruche; pichet; pot; verseuse
kannetje broc; cruche; pot; verseuse
klootzak cruche; dadais; imbécile; nigaud; plouc canaille; chien; con; conasse; crapule; fils de garce; idiot; mufle; méchant; raté; salaud; salop; salopard; vache
kruik cruche; cruchon; jarre bocal; broc à eau; cruche à eau; flacon
pul cruche; cruchon; jarre coupe; gobelet; mazagran; tasse
schenkkan broc; cruche; pichet; pot; verseuse
schenkkannetje broc; cruche; pot; verseuse

Synoniemen voor "cruche":


Wiktionary: cruche

cruche
noun
  1. récipient à anse

Cross Translation:
FromToVia
cruche kruik; kan jug — serving vessel
cruche schudde Schotesalopp: törichter, einfältiger Mensch

Verwante vertalingen van cruche