Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal croissance

Vertaal croissance van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. croissance:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor croissance (Frans) in het Nederlands

croissance:

croissance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la croissance (accroissement; développement; essor; )
    de ontwikkeling; de ontplooiing; de bloei; de wasdom; de groei
    • ontwikkeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ontplooiing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bloei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wasdom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • groei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la croissance (processus de croissance; développement; expansion; déploiement; accroissement)
    de groei; groeien; het groeiproces
    • groei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • groeien [znw.] zelfstandig naamwoord
    • groeiproces [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la croissance (augmentation; hausse; accroissement; )
    de verhoging; vermedevuldigen; de toeneming; de stijging; de toename; de aanwinst; de uitbreiding; de aangroei; groter worden; de groei; de expansie; de vermeerdering; de aanwas; de versterking
  4. la croissance (végétation; crue; culture; poussé)
    de aanplant; het gewas; de begroeiing
    • aanplant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gewas [het ~] zelfstandig naamwoord
    • begroeiing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. la croissance (accrue)
    de aangroei; uitdijen; de uitdijing; de aanwas
    • aangroei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • uitdijen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • uitdijing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanwas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. la croissance (hausse; essor; haute conjoncture; développement; boom)
    de hausse; de hoogconjunctuur; de bloei
  7. la croissance (accroissement)
    het aanwassen
  8. la croissance (amplification; expansion; développement; progression)
    de schaalvergroting
  9. la croissance (accroissement; crue; hausse; )
    de aanwas; de vermeerdering; aangroeiing
  10. la croissance
    aanzwellen

Vertaal Matrix voor croissance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangroei accroissement; accrue; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement
aangroeiing accroissement; agrandissement; ascension; augmentation; croissance; crue; hausse; montée
aanplant croissance; crue; culture; poussé; végétation crue; culture; plantation; reproduction; superficie plantée; végétation; élevage
aanwas accroissement; accrue; agrandissement; ascension; augmentation; croissance; crue; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement
aanwassen accroissement; croissance
aanwinst accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement achat; acquisition; emplette
aanzwellen croissance
begroeiing croissance; crue; culture; poussé; végétation
bloei accroissement; boom; croissance; développement; essor; hausse; haute conjoncture; poussé; progression floraison; épanouissement
expansie accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement accroissement; agrandissement; augmentation; expansion; extension; grossissement; suppléance; épaississement
gewas croissance; crue; culture; poussé; végétation culture; plantation; plante; plante cultivée; plante de culture; végétal; végétation
groei accroissement; agrandissement; augmentation; boom; croissance; déploiement; développement; essor; expansion; hausse; haussement; montée; poussé; processus de croissance; progression; progrès; rehaussement accroissement; agrandissement; augmentation; expansion; extension; grossissement; suppléance; épaississement
groeien accroissement; croissance; déploiement; développement; expansion; processus de croissance
groeiproces accroissement; croissance; déploiement; développement; expansion; processus de croissance
groter worden accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement
hausse boom; croissance; développement; essor; hausse; haute conjoncture
hoogconjunctuur boom; croissance; développement; essor; hausse; haute conjoncture
ontplooiing accroissement; boom; croissance; développement; essor; hausse; poussé; progression cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation
ontwikkeling accroissement; boom; croissance; développement; essor; hausse; poussé; progression cultivation; développement; enseignement; formation; instruction; éducation
schaalvergroting amplification; croissance; développement; expansion; progression
stijging accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement monter; prendre l'air; prendre son vol; s'élever
toename accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement accroissement; agrandissement; augmentation; expansion; extension; grossissement; progression; suppléance; épaississement
toeneming accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement
uitbreiding accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement accroissement; addition; agrandissement; ajout; augmentation; expansion; extension; grossissement; suppléance; épaississement
uitdijen accrue; croissance
uitdijing accrue; croissance
verhoging accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement plate-forme; terrasse
vermedevuldigen accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement
vermeerdering accroissement; agrandissement; ascension; augmentation; croissance; crue; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement
versterking accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement affermissement; consolidation; endurcissement; enrichissement; fortification; renforcement; renfort
wasdom accroissement; boom; croissance; développement; essor; hausse; poussé; progression
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwassen accroître; agrandir; amplifier; augmenter; croître; grandir; grossir; lever; prendre de la hauteur; s'accroître; s'agrandir; s'amplifier; s'élargir; s'élever; s'étendre
aanzwellen accroître; agrandir; amplifier; augmenter; croître; grandir; grossir; s'accroître; s'agrandir; s'amplifier; s'élargir; s'étendre
groeien accroître; agrandir; amplifier; augmenter; croître; dominer; grandir; grossir; pousser; s'accroître; s'agrandir; s'amplifier; s'envoler; s'élargir; s'étendre
groter worden accroître; agrandir; amplifier; augmenter; croître; grandir; grossir; s'accroître; s'agrandir; s'amplifier; s'élargir; s'étendre
uitdijen agrandir; bouffir; construire; construire en plus; développer; enfler; gonfler; grossir; lever; prendre de l'ampleur; prendre de l'expansion; prendre du poids; rajouter une aile; s'amplifier; s'enfler; se dilater; se gonfler; élargir; étaler; étendre; évaser
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
toename augmentation; augmentation d'inventaire
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stijging ascension; saut

Synoniemen voor "croissance":


Wiktionary: croissance

croissance
noun
  1. het groter worden
Cross Translation:
FromToVia
• croissance → groei; toename ↔ growth — increase in size
• croissance → groei ↔ Wachstum — Biologie: natürliche Vergrößerung eines lebenden Organismus bis zum Erreichen der normalen Größe
• croissance → groei ↔ Wachstum — Zunahme an Umfang, Größe, Menge, Intensität von etwas

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van croissance







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0683 seconde
Page rendered in 1.0 seconds