Frans

Uitgebreide vertaling voor cran (Frans) in het Nederlands

cran:

cran [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cran (courage; audace; témérité; )
    de moed; de gewaagdheid; de lef; de durf
    • moed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gewaagdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • durf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le cran (encoche; coupure; incision; entaille; césure)
    de inkeping; de insnijding; de jaap; de snede; de snee
    • inkeping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • insnijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • jaap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snede [de ~] zelfstandig naamwoord
    • snee [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. le cran (audace; courage; culot; )
    de stoutmoedigheid; de driestheid; de onverschrokkenheid; de koenheid; de kloekheid; de vermetelheid

Vertaal Matrix voor cran:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
driestheid audace; courage; cran; culot; hardiesse; intrépidité; témérité
durf audace; bravoure; courage; cran; culot; hardiesse; témérité
gewaagdheid audace; bravoure; courage; cran; culot; hardiesse; témérité
inkeping coupure; cran; césure; encoche; entaille; incision balafre; cannelure; coche; coupure; crevasse; césure; encoche; entaille; estafilade; incision; rainure; strie; taillade
insnijding coupure; cran; césure; encoche; entaille; incision fente
jaap coupure; cran; césure; encoche; entaille; incision
kloekheid audace; courage; cran; culot; hardiesse; intrépidité; témérité
koenheid audace; courage; cran; culot; hardiesse; intrépidité; témérité bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur
lef audace; bravoure; courage; cran; culot; hardiesse; témérité
moed audace; bravoure; courage; cran; culot; hardiesse; témérité bravoure; courage; fermeté; hardiesse; héroïsme; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur
onverschrokkenheid audace; courage; cran; culot; hardiesse; intrépidité; témérité
snede coupure; cran; césure; encoche; entaille; incision coupure; entaille
snee coupure; cran; césure; encoche; entaille; incision bout de pain; coupure; entaille; morceau; tartine; tranche; tranche de pain
stoutmoedigheid audace; courage; cran; culot; hardiesse; intrépidité; témérité
vermetelheid audace; courage; cran; culot; hardiesse; intrépidité; témérité audace; témérité

Synoniemen voor "cran":


Wiktionary: cran


Cross Translation:
FromToVia
cran boerenradijs; mierik; mierikswortel horseradish — condiment
cran trede; graad notch — level or degree
cran lef sand — courage

Verwante vertalingen van cran