Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal couronne

Vertaal couronne van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

couronne:
- kroon; koningskroon; kroontje; appelkroontje; hoofdtooi; hoofdsieraad
couronner:
- kronen; bekronen
Wiktionary:
- couronne → krans, kroon
- couronne → kroon, hoofdband, krans, kroons-, kroon-
- couronner → kronen, bekronen
- couronner → kronen, bekronen, koning kronen

Frans

Uitgebreide vertaling voor couronne (Frans) in het Nederlands

couronne:

couronne [la ~] zelfstandig naamwoord

la couronne (tiare; diadème)
de kroon; de koningskroon
- kroon [de ~] zelfstandig naamwoord
- koningskroon [de ~] zelfstandig naamwoord
la couronne
het kroontje; het appelkroontje
- kroontje [het ~] zelfstandig naamwoord
- appelkroontje [het ~] zelfstandig naamwoord
la couronne (ornement de tête)
de hoofdtooi; hoofdsieraad
- hoofdtooi [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hoofdsieraad [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor couronne:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
appelkroontje	couronne
hoofdsieraad	couronne; ornement de tête	couronne royale
hoofdtooi	couronne; ornement de tête	couronne royale
koningskroon	couronne; diadème; petite couronne; tiare	couronne royale
kroon	couronne; diadème; petite couronne; tiare	diadème; tiare
kroontje	couronne

Synoniemen voor "couronne":

auréole; nimbe; halo; diadème; tiare; bandeau; guirlande; cerne; irradiation; royauté; monarchie; trône; sceptre; voûte; claveau; voussure; berceau; coupole; dôme; arche; arcade; dais; calotte

Wiktionary: couronne

couronne

noun

Traductions à trier suivant le sens
- couronne → krans; kroon

Cross Translation:

From	To	Via
• couronne	→ kroon	↔ crown — royal, imperial or princely headdress
• couronne	→ kroon	↔ crown — imperial or regal power
• couronne	→ hoofdband; krans	↔ crown — wreath or band for the head
• couronne	→ kroons-; kroon-	↔ crown — of, related to, or pertaining to a crown
• couronne	→ kroon	↔ crown — dentistry: prosthetic covering for a tooth
• couronne	→ krans	↔ wreath — ornamental circular band
• couronne	→ kroon	↔ Krone — ein auf dem Kopf getragener, zumeist goldener und mit Edelsteinen verzieren Ring, welcher von Herrschern als Zeichen der Macht und der Würde getragen wird

couronner:

couronner werkwoord (couronne, couronnes, couronnons, couronnez, couronnent, couronnais, couronnait, couronnions, couronniez, couronnaient, couronnai, couronnas, couronna, couronnâmes, couronnâtes, couronnèrent, couronnerai, couronneras, couronnera, couronnerons, couronnerez, couronneront)

couronner
kronen
- kronen werkwoord (kroon, kroont, kroonde, kroonden, gekroond)
couronner (primer; sacrer)
bekronen
- bekronen werkwoord (bekroon, bekroont, bekroonde, bekroonden, bekroond)

Conjugations for couronner:

Présent

couronne
couronnes
couronne
couronnons
couronnez
couronnent

imparfait

couronnais
couronnais
couronnait
couronnions
couronniez
couronnaient

passé simple

couronnai
couronnas
couronna
couronnâmes
couronnâtes
couronnèrent

futur simple

couronnerai
couronneras
couronnera
couronnerons
couronnerez
couronneront

subjonctif présent

que je couronne
que tu couronnes
qu'il couronne
que nous couronnions
que vous couronniez
qu'ils couronnent

conditionnel présent

couronnerais
couronnerais
couronnerait
couronnerions
couronneriez
couronneraient

passé composé

ai couronné
as couronné
a couronné
avons couronné
avez couronné
ont couronné

divers

couronne!
couronnez!
couronnons!
couronné
couronnant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor couronner:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekronen	couronner; primer; sacrer
kronen	couronner

Synoniemen voor "couronner":

achever; finir; terminer; parachever; parfaire; compléter; consommer; clore; aboutir; accomplir; auréoler; nimber; entourer; envelopper; ceindre; louer; consacrer; sacrer

Wiktionary: couronner

couronner

verb

ceindre d’une couronne.
- couronner → kronen; bekronen

couronner

verb

belonen voor uitmuntendheid
- bekronen → primer; couronner
iemand tot koning of koningin maken door hem of haar in een ceremonie een kroon op het hoofd te zetten
- kronen → couronner

Cross Translation:

From	To	Via
• couronner	→ kronen	↔ crown — to place a crown on the head of
• couronner	→ bekronen	↔ crown — declare one a winner
• couronner	→ koning kronen; kronen	↔ crown — to formally declare one a king or emperor

Verwante vertalingen van couronne