Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- contraste:
- contraster:
-
Wiktionary:
- contraste → antithese, tegenstelling, contrast, tegenbeeld
- contraster → contrasteren
Frans
Uitgebreide vertaling voor contraste (Frans) in het Nederlands
contraste:
-
le contraste (opposition; antithèse)
Vertaal Matrix voor contraste:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
contrast | antithèse; contraste; opposition | |
tegenstelling | antithèse; contraste; opposition | antithèse; conception opposée; opposé |
Synoniemen voor "contraste":
Wiktionary: contraste
contraste
noun
-
het tegenovergestelde
-
opvallende tegenstelling
-
contrast
contraste vorm van contraster:
contraster werkwoord (contraste, contrastes, contrastons, contrastez, contrastent, contrastais, contrastait, contrastions, contrastiez, contrastaient, contrastai, contrastas, contrasta, contrastâmes, contrastâtes, contrastèrent, contrasterai, contrasteras, contrastera, contrasterons, contrasterez, contrasteront)
-
contraster (étaler; se faire valoir; se pavaner)
uitsteken; opvallen; uitspringen; eruit springen; afsteken; in het oog lopen-
eruit springen werkwoord (spring eruit, springt eruit, sprong eruit, sprongen eruit, eruit gesprongen)
-
in het oog lopen werkwoord
-
contraster (marquer)
-
contraster (prendre la mer; partir; décamper; faire bagage; s'en aller)
Conjugations for contraster:
Présent
- contraste
- contrastes
- contraste
- contrastons
- contrastez
- contrastent
imparfait
- contrastais
- contrastais
- contrastait
- contrastions
- contrastiez
- contrastaient
passé simple
- contrastai
- contrastas
- contrasta
- contrastâmes
- contrastâtes
- contrastèrent
futur simple
- contrasterai
- contrasteras
- contrastera
- contrasterons
- contrasterez
- contrasteront
subjonctif présent
- que je contraste
- que tu contrastes
- qu'il contraste
- que nous contrastions
- que vous contrastiez
- qu'ils contrastent
conditionnel présent
- contrasterais
- contrasterais
- contrasterait
- contrasterions
- contrasteriez
- contrasteraient
passé composé
- ai contrasté
- as contrasté
- a contrasté
- avons contrasté
- avez contrasté
- ont contrasté
divers
- contraste!
- contrastez!
- contrastons!
- contrasté
- contrastant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor contraster:
Synoniemen voor "contraster":
Wiktionary: contraster
contraster
verb
-
een tegenstelling vormen
Computer vertaling door derden: