Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. constance:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor constance (Frans) in het Nederlands

constance:

constance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la constance (durabilité; stabilité; immutabilité)
    de duurzaamheid; de bestendigheid
  2. la constance (détermination; résolution; ténacité; )
    de vastberadenheid; de standvastigheid; de beslistheid

Vertaal Matrix voor constance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beslistheid aplomb; assurance; assurance de soi-même; certitude; confiance en soi; constance; durabilité; détermination; fermeté; garantie; résolution; stabilité; sécurité; sûreté; sûreté de soi-même; ténacité détermination; fermeté; garantie; résolution
bestendigheid constance; durabilité; immutabilité; stabilité immutabilité; résistance; stabilité
duurzaamheid constance; durabilité; immutabilité; stabilité
standvastigheid aplomb; assurance; assurance de soi-même; certitude; confiance en soi; constance; durabilité; détermination; fermeté; garantie; résolution; stabilité; sécurité; sûreté; sûreté de soi-même; ténacité
vastberadenheid aplomb; assurance; assurance de soi-même; certitude; confiance en soi; constance; durabilité; détermination; fermeté; garantie; résolution; stabilité; sécurité; sûreté; sûreté de soi-même; ténacité aplomb; assurance; assurance de soi-même; certitude; confiance en soi; détermination; fermeté; garantie; résolution

Synoniemen voor "constance":