Frans
Uitgebreide vertaling voor consacré (Frans) in het Nederlands
consacré:
-
consacré (dépensé)
besteed; uitgegeven; gespendeerd-
besteed bijvoeglijk naamwoord
-
uitgegeven bijvoeglijk naamwoord
-
gespendeerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
consacré (en ce qui concerne des gardiens de bestiaux; sacré; saint; croyant; religieux; ecclésiastique; spirituel; pastoral; pieusement; religieusement; de l'église)
herderlijk; met betrekking tot herders-
herderlijk bijvoeglijk naamwoord
-
met betrekking tot herders bijvoeglijk naamwoord
-
-
consacré (spirituel; religieux; croyant; ecclésiastique; fidèle; religieusement; dévot; pieusement; pieux; dévotement; de l'église)
geestelijk; religieus; gelovig; kerkelijk; vroom; godvruchtig; godsdienstig-
geestelijk bijvoeglijk naamwoord
-
religieus bijvoeglijk naamwoord
-
gelovig bijvoeglijk naamwoord
-
kerkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
vroom bijvoeglijk naamwoord
-
godvruchtig bijvoeglijk naamwoord
-
godsdienstig bijvoeglijk naamwoord
-