Frans
Uitgebreide vertaling voor confus (Frans) in het Nederlands
confus:
-
confus (emmêlé; embrouillé; bouleversé; confondu; brouillon)
verward; in de war; ondersteboven; geestelijk verward-
verward bijvoeglijk naamwoord
-
in de war bijvoeglijk naamwoord
-
ondersteboven bijvoeglijk naamwoord
-
geestelijk verward bijvoeglijk naamwoord
-
-
confus (embrouillé)
-
confus (embrouillé)
door elkaar heen-
door elkaar heen bijvoeglijk naamwoord
-
-
confus (bouleversé; confondu; sens dessus dessous; renversé; obscur; compliqué; complexe; brouillon; sophistiqué; diffus; à l'envers; embrouillé; emmêlé)
verward; ondersteboven; onthutst; in de war; geestelijk verward-
verward bijvoeglijk naamwoord
-
ondersteboven bijvoeglijk naamwoord
-
onthutst bijvoeglijk naamwoord
-
in de war bijvoeglijk naamwoord
-
geestelijk verward bijvoeglijk naamwoord
-
-
confus (interdit; déconcerté; interloqué)
bedremmeld-
bedremmeld bijvoeglijk naamwoord
-
-
confus (indistinct; louche; vague; obscur)
-
confus (désordonné; en désordre)
ongeregeld; slordig; rommelig; onordelijk; wanordelijk; ordeloos-
ongeregeld bijvoeglijk naamwoord
-
slordig bijvoeglijk naamwoord
-
rommelig bijvoeglijk naamwoord
-
onordelijk bijvoeglijk naamwoord
-
wanordelijk bijvoeglijk naamwoord
-
ordeloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
confus (compliqué; complexe; embrouillé; sophistiqué; obscur; brouillon)
ingewikkeld; complex; gecompliceerd-
ingewikkeld bijvoeglijk naamwoord
-
complex bijvoeglijk naamwoord
-
gecompliceerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
confus (assourdi; bas; à mi-voix; vague; flou; estompé)
Vertaal Matrix voor confus:
Synoniemen voor "confus":
Wiktionary: confus
confus
Cross Translation:
adjective
-
dont il est impossible de distinguer les éléments constitutifs.
- confus → verward
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• confus | → beschaamd; verlegen | ↔ abashed — embarrassed |