Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor confort (Frans) in het Nederlands

confort:

confort [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le confort (aise; commodité)
    het comfort
    • comfort [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le confort (aise; commodité)
    het gemak; de gemakkelijkheid
  3. le confort (aise; commodité)
    de behaaglijkheid; geriefelijkheid
  4. le confort (ambiance agréable; intimité; intimité familiale)
    de gezelligheid; de gemoedelijkheid; de knusheid
  5. le confort (commodité; aise)
    het gerief
    • gerief [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. le confort (bien-être)
    de behaaglijkheid; gerieflijkheid
  7. le confort
    het soelaas
    • soelaas [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor confort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behaaglijkheid aise; bien-être; commodité; confort
comfort aise; commodité; confort
gemak aise; commodité; confort calme; placidité
gemakkelijkheid aise; commodité; confort aisance; commodité; facilité; indulgence
gemoedelijkheid ambiance agréable; confort; intimité; intimité familiale
gerief aise; commodité; confort
geriefelijkheid aise; commodité; confort
gerieflijkheid bien-être; confort aisance; commodité; facilité
gezelligheid ambiance agréable; confort; intimité; intimité familiale
knusheid ambiance agréable; confort; intimité; intimité familiale
soelaas confort
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemak calmement; impassiblement

Synoniemen voor "confort":


Wiktionary: confort

confort
noun
  1. een toestand waarin men zonder onrust, vrees of verlegenheid is

Cross Translation:
FromToVia
confort comfort; gemak comfort — contentment, ease

Computer vertaling door derden: