Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. confiserie:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor confiserie (Frans) in het Nederlands

confiserie:

confiserie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la confiserie (sucrerie; sucreries; friandises)
    het suikerwerk; het suikergoed
  2. la confiserie (pâtisserie)
    de banketbakker; de suikerbakkerij
  3. la confiserie
    de suikerbakkerij

Vertaal Matrix voor confiserie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banketbakker confiserie; pâtisserie confiseur; pâtissier; pâtissière
suikerbakkerij confiserie; pâtisserie
suikergoed confiserie; friandises; sucrerie; sucreries
suikerwerk confiserie; friandises; sucrerie; sucreries

Synoniemen voor "confiserie":


Wiktionary: confiserie

confiserie
noun
  1. Secteur d’activité lié à la fabrication et de commerce de bonbons et autres produits confits.

Cross Translation:
FromToVia
confiserie snoep confectionery — sweet foodstuffs, collectively
confiserie snoepwinkel sweetshop — shop selling predominantly confectionery