Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. confection:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor confection (Frans) in het Nederlands

confection:

confection [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la confection (fabrication; réalisation; élaboration; production)
    de vervaardiging; maken; de productie; de fabricage
  2. la confection
    de confectie; de confectie-industrie
  3. la confection (prêt-à-porter; vêtements de confection)
    de confectiekleding; de confectie

Vertaal Matrix voor confection:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
confectie confection; prêt-à-porter; vêtements de confection prêt-à-porter
confectie-industrie confection
confectiekleding confection; prêt-à-porter; vêtements de confection
fabricage confection; fabrication; production; réalisation; élaboration construction; fabrication; production
maken confection; fabrication; production; réalisation; élaboration création; fabrication; réalisation
productie confection; fabrication; production; réalisation; élaboration fabrication; mise en scène; production; réalisation
vervaardiging confection; fabrication; production; réalisation; élaboration fabrication; réalisation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maken adapter; ajuster; concevoir; confectionner; construire; créer; dépanner; fabriquer; faire; faire un prix d'ami à quelqu'un; façonner; former; mettre au point; modeler; mouler; pistonner; produire; raccommoder; rapiécer; reconstituer; remettre en état; renouveler; restaurer; réaliser; régler; rénover; réparer; rétablir; élaborer

Synoniemen voor "confection":


Wiktionary: confection

confection
noun
  1. confectiekleding. Kleding die in massa geproduceerd wordt

Verwante vertalingen van confection