Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal concocter

Vertaal concocter van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

concocter:
- uitdenken; uitkienen; uitdokteren; uitknobbelen

Frans

Uitgebreide vertaling voor concocter (Frans) in het Nederlands

concocter:

concocter werkwoord (concocte, concoctes, concoctons, concoctez, concoctent, concoctais, concoctait, concoctions, concoctiez, concoctaient, concoctai, concoctas, concocta, concoctâmes, concoctâtes, concoctèrent, concocterai, concocteras, concoctera, concocterons, concocterez, concocteront)

concocter (inventer; imaginer; fabriquer)
uitdenken; uitkienen; uitdokteren; uitknobbelen
- uitdenken werkwoord (denk uit, denkt uit, dacht uit, dachten uit, uitgedacht)
- uitkienen werkwoord (kien uit, kient uit, kiende uit, kienden uit, uitgekiend)
- uitdokteren werkwoord (dokter uit, doktert uit, dokterde uit, dokterden uit, uitgedokterd)
- uitknobbelen werkwoord (knobbel uit, knobbelt uit, knobbelde uit, knobbelden uit, uitgeknobbeld)

Conjugations for concocter:

Présent

concocte
concoctes
concocte
concoctons
concoctez
concoctent

imparfait

concoctais
concoctais
concoctait
concoctions
concoctiez
concoctaient

passé simple

concoctai
concoctas
concocta
concoctâmes
concoctâtes
concoctèrent

futur simple

concocterai
concocteras
concoctera
concocterons
concocterez
concocteront

subjonctif présent

que je concocte
que tu concoctes
qu'il concocte
que nous concoctions
que vous concoctiez
qu'ils concoctent

conditionnel présent

concocterais
concocterais
concocterait
concocterions
concocteriez
concocteraient

passé composé

ai concocté
as concocté
a concocté
avons concocté
avez concocté
ont concocté

divers

concocte!
concoctez!
concoctons!
concocté
concoctant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor concocter:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uitdenken	concocter; fabriquer; imaginer; inventer	fabuler; imaginer; tramer
uitdokteren	concocter; fabriquer; imaginer; inventer
uitkienen	concocter; fabriquer; imaginer; inventer
uitknobbelen	concocter; fabriquer; imaginer; inventer

Synoniemen voor "concocter":

préparer; élaborer