Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- compromis:
- compromettre:
-
Wiktionary:
- compromis → compromis, middenweg, tussenvoorstel, vergelijk
- compromis → compromis
- compromettre → blameren, compromitteren
- compromettre → compromitteren, prutsen, met, manipuleren
Frans
Uitgebreide vertaling voor compromis (Frans) in het Nederlands
compromis:
-
le compromis (disposition; accord; arrangement)
Vertaal Matrix voor compromis:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compromis | accord; arrangement; compromis; disposition | |
vergelijk | accord; arrangement; compromis; disposition | accommodement; accord; arrangement |
Synoniemen voor "compromis":
Wiktionary: compromis
compromis
Cross Translation:
noun
compromis
-
droit|fr acte qui scelle un échange de promesses. C'est le résultat d'une négociation entre les parties en présence où chacune aura fait des concessions pour arriver à une solution commune qu'elles devront conjointement exécuter.
- compromis → compromis; middenweg; tussenvoorstel; vergelijk
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• compromis | → compromis | ↔ Kompromiss — Vereinbarung, bei der alle Beteiligten einige Aspekte ihrer Vorstellungen aufgegeben haben, um zu einer Entscheidung zu kommen |
• compromis | → compromis | ↔ trade-off — situation in which one thing must be decreased for another to be increased |
compromettre:
compromettre werkwoord (compromets, compromet, compromettons, compromettez, compromettent, compromettais, compromettait, compromettions, compromettiez, compromettaient, compromis, compromit, compromîmes, compromîtes, compromirent, compromettrai, compromettras, compromettra, compromettrons, compromettrez, compromettront)
-
compromettre
compromitteren-
compromitteren werkwoord (compromitteer, compromitteert, compromitteerde, compromitteerden, gecompromitteerd)
-
-
compromettre (en vouloir à quelqu'un; blâmer; avoir de la rancune; condamner; reprocher; enlever; éprouver du ressentiment; critiquer; prendre; gronder; réprouver; discréditer; jeter quelque chose aux pieds de; avoir de la rancoeur; avoir à redire; retirer; réprimander; déshonorer; garder rancune)
beschuldigen; iemand iets verwijten; blameren; kwalijk nemen; nadragen; voor de voeten gooien; iemand iets aanrekenen; laken; aanwrijven-
iemand iets verwijten werkwoord
-
kwalijk nemen werkwoord
-
voor de voeten gooien werkwoord
-
iemand iets aanrekenen werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
-
compromettre (discréditer; déshonorer)
blameren; schandaliseren-
schandaliseren werkwoord (schandaliseer, schandaliseert, schandaliseerde, schandaliseerden, geschandaliseerd)
Conjugations for compromettre:
Présent
- compromets
- compromets
- compromet
- compromettons
- compromettez
- compromettent
imparfait
- compromettais
- compromettais
- compromettait
- compromettions
- compromettiez
- compromettaient
passé simple
- compromis
- compromis
- compromit
- compromîmes
- compromîtes
- compromirent
futur simple
- compromettrai
- compromettras
- compromettra
- compromettrons
- compromettrez
- compromettront
subjonctif présent
- que je compromette
- que tu compromettes
- qu'il compromette
- que nous compromettions
- que vous compromettiez
- qu'ils compromettent
conditionnel présent
- compromettrais
- compromettrais
- compromettrait
- compromettrions
- compromettriez
- compromettraient
passé composé
- ai compromis
- as compromis
- a compromis
- avons compromis
- avez compromis
- ont compromis
divers
- compromets!
- compromettez!
- compromettons!
- compromis
- compromettant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor compromettre:
Synoniemen voor "compromettre":
Wiktionary: compromettre
compromettre
Cross Translation:
verb
-
onteren
-
(overgankelijk) verdacht maken, blameren, in opspraak brengen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• compromettre | → compromitteren | ↔ compromise — to cause impairment of |
• compromettre | → prutsen; met; manipuleren | ↔ tamper — alter by making unauthorized changes |
Computer vertaling door derden: