Collier in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

collier:
- ketting; halsketting; halssnoer; kettinkje; leiband; halsband; keten; aaneenschakeling; snoer; collier; gareel; tuig; toom; harnas
Wiktionary:
- collier → gareel
- collier → halsband, nekriem, gordel, boord, rand, ring, ketting, halsketting, halssnoer, collier, keten

Frans

Uitgebreide vertaling voor collier (Frans) in het Nederlands

le collier (chaîne)
de ketting; de halsketting; het halssnoer; het kettinkje
- ketting [de ~] zelfstandig naamwoord
- halsketting [de ~] zelfstandig naamwoord
- halssnoer [het ~] zelfstandig naamwoord
- kettinkje [het ~] zelfstandig naamwoord
le collier (laisse; lisière; guide; bride; rêne; guides)
de leiband; de halsband
- leiband [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- halsband [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le collier (enchaînement; chaîne; chaînette; séquence; cycle)
de keten; de ketting; de aaneenschakeling; het snoer
- keten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- ketting [de ~] zelfstandig naamwoord
- aaneenschakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- snoer [het ~] zelfstandig naamwoord
le collier (bijou porté autour du cou)
de collier
- collier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le collier (harnais; outils)
het gareel; het tuig; de toom; het harnas
- gareel [het ~] zelfstandig naamwoord
- tuig [het ~] zelfstandig naamwoord
- toom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- harnas [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aaneenschakeling	chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence	addition; embranchement; enchaînement; ordre; succession; suite; série
collier	bijou porté autour du cou; collier
gareel	collier; harnais; outils
halsband	bride; collier; guide; guides; laisse; lisière; rêne
halsketting	chaîne; collier
halssnoer	chaîne; collier
harnas	collier; harnais; outils	armure; blindage; cuirasse; cuirassement
keten	chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence	chaîne; chaîne commerciale; chaîne de magasins; enchaînement; entrave; fers; grande surface; hangars; magasin à succursales multiples; menotte; série
ketting	chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence	chaîne; enchaînement; entrave; fers; menotte
kettinkje	chaîne; collier
leiband	bride; collier; guide; guides; laisse; lisière; rêne
snoer	chaîne; chaînette; collier; cycle; enchaînement; séquence	cordage; corde; cordon; câble; fil; filet; galon; mercerie; mercier; tresse
toom	collier; harnais; outils	bride; rêne
tuig	collier; harnais; outils	bas peuple; camelote; canaille; culture; foule; gréement; plèbe; populace; racaille; élevage

collier

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• collier	→ halsband; nekriem	↔ collar — device for restraining animal
• collier	→ gordel; boord; rand; ring	↔ collar — any encircling device or structure
• collier	→ ketting; halsketting; halssnoer	↔ necklace — jewelry
• collier	→ collier; halsketting; ketting; halssnoer	↔ Halskette — Schmuckstück, das um den Hals getragen wird und in der Regel ein kunsthandwerkliches Produkt ist
• collier	→ keten; ketting	↔ Kette — Schmuckstück aus [1]

Computer vertaling door derden: