Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. collant:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor collant (Frans) in het Nederlands

collant:

collant [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le collant (collants)
    de panty; het maillot; de spanbroek; de pantykous; de tricot
    • panty [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • maillot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • spanbroek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pantykous [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tricot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

collant bijvoeglijk naamwoord

  1. collant (importun; envahissant; importunément; indiscret)
    opdringerig
  2. collant (appendu; attaché; adhérent; )
    aanhangend
  3. collant (gluant; visqueux; moite; poisseux)
    kleverig; plakkerig; klef
  4. collant (adhésif)
    klevend

Vertaal Matrix voor collant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maillot collant; collants
panty collant; collants
pantykous collant; collants
spanbroek collant; collants
tricot collant; collants
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klef collant; gluant; moite; poisseux; visqueux
kleverig collant; gluant; moite; poisseux; visqueux
opdringerig collant; envahissant; importun; importunément; indiscret
plakkerig collant; gluant; moite; poisseux; visqueux
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhangend accroché; adhérent; appendu; attaché; collant; dévoué; partisan; suspendu
klevend adhésif; collant

Synoniemen voor "collant":


Wiktionary: collant

collant
adjective
  1. Qui colle
noun
  1. Sous-vêtement féminin

Cross Translation:
FromToVia
collant collant tights — woman's garment
collant collant tights — dancer's garment

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van collant