Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal cogner

Vertaal cogner van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cogner:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor cogner (Frans) in het Nederlands

cogner:

cogner werkwoord (cogne, cognes, cognons, cognez, )

  1. cogner (se rentrer dedans; se heurter; accrocher; )
    stoten op; botsen; op elkaar stoten; aanrijden; op elkaar knallen
  2. cogner (taper; battre; frapper; )
    slaan; bonken; rammen; hameren
    • slaan werkwoord (sla, slaat, sloeg, sloegen, geslagen)
    • bonken werkwoord (bonk, bonkt, bonkte, bonkten, gebonkt)
    • rammen werkwoord (ram, ramt, ramde, ramden, geramd)
    • hameren werkwoord (hamer, hamert, hamerde, hamerden, gehamerd)
  3. cogner (frapper; battre; fouetter; taper; heurter)
    slaan; meppen; hengsten; timmeren; hard slaan
    • slaan werkwoord (sla, slaat, sloeg, sloegen, geslagen)
    • meppen werkwoord (mep, mept, mepte, mepten, gemept)
    • hengsten werkwoord (hengst, hengstte, hengstten, gehengst)
    • timmeren werkwoord (timmer, timmert, timmerde, timmerden, getimmerd)
    • hard slaan werkwoord
  4. cogner (battre; frapper; cliqueter; )
    aantikken; kloppen; tikken; aankloppen
    • aantikken werkwoord (tik aan, tikt aan, tikte aan, tikten aan, aangetikt)
    • kloppen werkwoord (klop, klopt, klopte, klopten, geklopt)
    • tikken werkwoord (tik, tikt, tikte, tikten, getikt)
    • aankloppen werkwoord (klop aan, klopt aan, klopte aan, klopten aan, aangeklopt)
  5. cogner (frapper; tabasser; donner des coups de marteau; )
    beuken; rammen
    • beuken werkwoord (beuk, beukt, beukte, beukten, gebeukt)
    • rammen werkwoord (ram, ramt, ramde, ramden, geramd)
  6. cogner (gourmer; frapper; taper)
    rammen; stompen; hengsten
    • rammen werkwoord (ram, ramt, ramde, ramden, geramd)
    • stompen werkwoord (stomp, stompt, stompte, stompten, gestompt)
    • hengsten werkwoord (hengst, hengstte, hengstten, gehengst)

Conjugations for cogner:

Présent
  1. cogne
  2. cognes
  3. cogne
  4. cognons
  5. cognez
  6. cognent
imparfait
  1. cognais
  2. cognais
  3. cognait
  4. cognions
  5. cogniez
  6. cognaient
passé simple
  1. cognai
  2. cognas
  3. cogna
  4. cognâmes
  5. cognâtes
  6. cognèrent
futur simple
  1. cognerai
  2. cogneras
  3. cognera
  4. cognerons
  5. cognerez
  6. cogneront
subjonctif présent
  1. que je cogne
  2. que tu cognes
  3. qu'il cogne
  4. que nous cognions
  5. que vous cogniez
  6. qu'ils cognent
conditionnel présent
  1. cognerais
  2. cognerais
  3. cognerait
  4. cognerions
  5. cogneriez
  6. cogneraient
passé composé
  1. ai cogné
  2. as cogné
  3. a cogné
  4. avons cogné
  5. avez cogné
  6. ont cogné
divers
  1. cogne!
  2. cognez!
  3. cognons!
  5. cogné
  6. cognant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor cogner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankloppen acte de frapper à la porte
aantikken acte de toucher; acte de toucher légèrement
kloppen battement
stompen fait de bourrer de coups; souches; trognons
tikken tapes
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankloppen battre; claquer; cliqueter; cogner; craqueter; frapper; heurter; taper; taper sur; toquer
aanrijden accrocher; choquer; cogner; donner contre; heurter; se cogner; se heurter; se rentrer dedans
aantikken battre; claquer; cliqueter; cogner; craqueter; frapper; heurter; taper; taper sur; toquer
beuken battre; cogner; donner des coups de marteau; frapper; marteler; tabasser; tamponner; taper; travailler au marteau
bonken battre; cogner; donner des coups de marteau; enfoncer à coups de bélier; frapper; heurter; marteler; se heurter contre; tabasser; tamponner; taper; éperonner
botsen accrocher; choquer; cogner; donner contre; heurter; se cogner; se heurter; se rentrer dedans
hameren battre; cogner; donner des coups de marteau; enfoncer à coups de bélier; frapper; heurter; marteler; se heurter contre; tabasser; tamponner; taper; éperonner battre; continuer à répéter; donner des coups de marteau; frapper; insister sur; taper
hard slaan battre; cogner; fouetter; frapper; heurter; taper
hengsten battre; cogner; fouetter; frapper; gourmer; heurter; taper bosser; bûcher; potasser
kloppen battre; claquer; cliqueter; cogner; craqueter; frapper; heurter; taper; taper sur; toquer concorder; correspondre; coïncider; frémir; palpiter; trembler; vibrer; être correct
meppen battre; cogner; fouetter; frapper; heurter; taper
op elkaar knallen accrocher; choquer; cogner; donner contre; heurter; se cogner; se heurter; se rentrer dedans
op elkaar stoten accrocher; choquer; cogner; donner contre; heurter; se cogner; se heurter; se rentrer dedans
rammen battre; cogner; donner des coups de marteau; enfoncer à coups de bélier; frapper; gourmer; heurter; marteler; se heurter contre; tabasser; tamponner; taper; travailler au marteau; éperonner
slaan battre; cogner; donner des coups de marteau; enfoncer à coups de bélier; fouetter; frapper; heurter; marteler; se heurter contre; tabasser; tamponner; taper; éperonner frapper
stompen cogner; frapper; gourmer; taper
stoten op accrocher; choquer; cogner; donner contre; heurter; se cogner; se heurter; se rentrer dedans
tikken battre; claquer; cliqueter; cogner; craqueter; frapper; heurter; taper; taper sur; toquer cliquer (avec le stylet); dactylographier; taper; taper à la machine; écrire à la machine
timmeren battre; cogner; fouetter; frapper; heurter; taper clouer; river; riveter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beuken de hêtre; en hêtre

Synoniemen voor "cogner":


Wiktionary: cogner

Cross Translation:
FromToVia
• cogner → treffen; raken; botsen ↔ impinge — To make a physical impact on to collide, to crash (upon).

Verwante vertalingen van cogner







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0577 seconde
Page rendered in 1.0 seconds