Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. coach:


Frans

Uitgebreide vertaling voor coach (Frans) in het Nederlands

coach:

coach [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le coach (instructeur; entraîneur)
    de coach; de oefenmeester
    • coach [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • oefenmeester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor coach:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coach coach; entraîneur; instructeur
oefenmeester coach; entraîneur; instructeur dresseur; entraîneur; instructeur; moniteur; professeur particulier; répétiteur

Synoniemen voor "coach":