Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chipeur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor chipeur (Frans) in het Nederlands

chipeur:

chipeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le chipeur (traficoteur; écornifleur; faucheur; grippe-sou)
    de sjacheraar; louche handelaar
  2. le chipeur (faucheur; tapeur; écornifleur)
    de bietser
    • bietser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le chipeur (chapardeur)
    de gapper
    • gapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chipeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bietser chipeur; faucheur; tapeur; écornifleur
gapper chapardeur; chipeur
louche handelaar chipeur; faucheur; grippe-sou; traficoteur; écornifleur
sjacheraar chipeur; faucheur; grippe-sou; traficoteur; écornifleur