Chicane in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

chicane:
- chicane; spijkers op laag water zoeken; haarkloverij; muggezifterij; vitterij; geruzie; gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; muggenzifterij; geargumenteer; geredeneer; gemuggezift
chicaner:
- haarkloven; muggenziften; dwarszitten; op zijn hart hebben; chicaneren; kleinzielig gedragen; kibbelen
- muggenziften
Wiktionary:
- chicane → muggenziften
- chicaner → bedillen, haarkloven, het lastig maken, muggeziften, vitten, chicaneren, mierenneuken
- chicaner → muggenziften, mierenneuken, vitten, weigeren

Frans

Uitgebreide vertaling voor chicane (Frans) in het Nederlands

chicane:

chicane [la ~] zelfstandig naamwoord

la chicane (couper les cheveux en quatre)
de chicane; spijkers op laag water zoeken; de haarkloverij
- chicane [de ~] zelfstandig naamwoord
- spijkers op laag water zoeken [znw.] zelfstandig naamwoord
- haarkloverij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la chicane (ergoterie)
muggezifterij; de haarkloverij
- muggezifterij [znw.] zelfstandig naamwoord
- haarkloverij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la chicane (ergoterie)
de vitterij
- vitterij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la chicane (chamaillerie; querelles; disputes; histoires; chamailleries; criailleries)
het geruzie; het gebakkelei; het gehakketak; gekif; het gekrakeel
- geruzie [het ~] zelfstandig naamwoord
- gebakkelei [het ~] zelfstandig naamwoord
- gehakketak [het ~] zelfstandig naamwoord
- gekif [znw.] zelfstandig naamwoord
- gekrakeel [het ~] zelfstandig naamwoord
la chicane
muggenzifterij
- muggenzifterij [znw.] zelfstandig naamwoord
la chicane (argumentation; chamailleries)
geargumenteer; het geredeneer
- geargumenteer [znw.] zelfstandig naamwoord
- geredeneer [het ~] zelfstandig naamwoord
la chicane (disputes; chamailleries)
de haarkloverij; gemuggezift
- haarkloverij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gemuggezift [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chicane:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chicane	chicane; couper les cheveux en quatre
geargumenteer	argumentation; chamailleries; chicane
gebakkelei	chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
gehakketak	chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
gekif	chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
gekrakeel	chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
gemuggezift	chamailleries; chicane; disputes
geredeneer	argumentation; chamailleries; chicane
geruzie	chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
haarkloverij	chamailleries; chicane; couper les cheveux en quatre; disputes; ergoterie
muggenzifterij	chicane
muggezifterij	chicane; ergoterie
spijkers op laag water zoeken	chicane; couper les cheveux en quatre
vitterij	chicane; ergoterie

Synoniemen voor "chicane":

altercation; dispute; différend; discussion; querelle; controverse; contestation; démêlé; empoignade; chamaillerie; argutie; sophisme; subtilité; finesse; paradoxe; procédure; ergotage; tracasserie; chicanerie; conflit; contradiction; débat; dénégation; désaveu; difficulté; réfutation; objection; démenti; protestation; réserves; réclamation; contredit; désaccord; critique; antinomie; polémique; litige; explication; ergoterie; pinaillage; ratiocination; argumentation; action; procès; instruction; poursuite; affaire; audience; instance; cause; cas; accusation; souci; gêne

Wiktionary: chicane

Cross Translation:

From	To	Via
• chicane	→ muggenziften	↔ nitpicking — any process of finding or pointing out tiny details or errors

chicaner:

chicaner werkwoord (chicane, chicanes, chicanons, chicanez, chicanent, chicanais, chicanait, chicanions, chicaniez, chicanaient, chicanai, chicanas, chicana, chicanâmes, chicanâtes, chicanèrent, chicanerai, chicaneras, chicanera, chicanerons, chicanerez, chicaneront)

chicaner
haarkloven; muggenziften
- haarkloven werkwoord
- muggenziften werkwoord
chicaner (avoir quelque chose sur le coeur; gêner; contrarier)
dwarszitten; op zijn hart hebben
- dwarszitten werkwoord (zit dwars, zat dwars, zaten dwars, dwarsgezeten)
- op zijn hart hebben werkwoord
chicaner (contrarier)
chicaneren; kleinzielig gedragen
- chicaneren werkwoord (chicaneer, chicaneert, chicaneerde, chicaneerden, gechicaneerd)
- kleinzielig gedragen werkwoord (gedraag kleinzielig, gedraagt kleinzielig, gedroeg kleinzielig, gedroegen kleinzielig, kleinzielig gedragen)
chicaner (discutailler; être en bisbille avec quelqu'un)
kibbelen
- kibbelen werkwoord (kibbel, kibbelt, kibbelde, kibbelden, gekibbeld)

Conjugations for chicaner:

Présent

chicane
chicanes
chicane
chicanons
chicanez
chicanent

imparfait

chicanais
chicanais
chicanait
chicanions
chicaniez
chicanaient

passé simple

chicanai
chicanas
chicana
chicanâmes
chicanâtes
chicanèrent

futur simple

chicanerai
chicaneras
chicanera
chicanerons
chicanerez
chicaneront

subjonctif présent

que je chicane
que tu chicanes
qu'il chicane
que nous chicanions
que vous chicaniez
qu'ils chicanent

conditionnel présent

chicanerais
chicanerais
chicanerait
chicanerions
chicaneriez
chicaneraient

passé composé

ai chicané
as chicané
a chicané
avons chicané
avez chicané
ont chicané

divers

chicane!
chicanez!
chicanons!
chicané
chicanant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

chicaner [le ~] zelfstandig naamwoord

le chicaner
muggenziften
- muggenziften [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chicaner:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
muggenziften	chicaner
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chicaneren	chicaner; contrarier
dwarszitten	avoir quelque chose sur le coeur; chicaner; contrarier; gêner
haarkloven	chicaner
kibbelen	chicaner; discutailler; être en bisbille avec quelqu'un	se chamailler; se quereller
kleinzielig gedragen	chicaner; contrarier
muggenziften	chicaner
op zijn hart hebben	avoir quelque chose sur le coeur; chicaner; contrarier; gêner

Synoniemen voor "chicaner":

argumenter; ergoter; disserter; discuter; pérorer; discutailler; raisonner; objecter; vétiller; épiloguer; contester; chipoter; grignoter; contredire; nier; disputer; refuser; revendiquer; attaquer; atermoyer; tergiverser; radoter; discourir; disputailler; débattre; quereller; sermonner; critiquer; ratiociner; lésiner; économiser; épargner; regarder; pinailler; pignocher; polémiquer; réprimander; houspiller; chamailler; batailler; gourmander; gronder; tancer

Wiktionary: chicaner

chicaner

verb

user de chicane.
- chicaner → bedillen; haarkloven; het lastig maken; muggeziften; vitten

chicaner

verb

intr|nld actief zoeken naar de geringste aanleiding om kritiek te uiten en dan vitten op de lulligste foutjes
- chicaneren → chicaner
(inergatief) over vrijwel onbestaande verschillen een discussie aangaan
- haarkloven → chicaner
informeel|nld actief zoeken naar de geringste aanleiding om kritiek te uiten en dan vitten op de lulligste foutjes
- mierenneuken → chicaner

Cross Translation:

From	To	Via
• chicaner	→ muggenziften; mierenneuken; vitten	↔ nitpick — to correct minutiae or find fault
• chicaner	→ muggenziften	↔ quibble — to complain or argue in a trivial or petty manner
• chicaner	→ weigeren	↔ refute — to deny the truth or correctness of (something)

Verwante vertalingen van chicane

manie de la chicane

Remove Ads

Vertaal chicane van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor chicane (Frans) in het Nederlands

chicane:

chicane [la ~] zelfstandig naamwoord

la chicane (couper les cheveux en quatre)

la chicane (ergoterie)

la chicane (ergoterie)

la chicane (chamaillerie; querelles; disputes; histoires; chamailleries; criailleries)

la chicane

la chicane (argumentation; chamailleries)

la chicane (disputes; chamailleries)

Vertaal Matrix voor chicane:

Synoniemen voor "chicane":

Wiktionary: chicane

chicaner:

chicaner werkwoord (chicane, chicanes, chicanons, chicanez, chicanent, chicanais, chicanait, chicanions, chicaniez, chicanaient, chicanai, chicanas, chicana, chicanâmes, chicanâtes, chicanèrent, chicanerai, chicaneras, chicanera, chicanerons, chicanerez, chicaneront)

chicaner

chicaner (avoir quelque chose sur le coeur; gêner; contrarier)

chicaner (contrarier)

chicaner (discutailler; être en bisbille avec quelqu'un)

Conjugations for chicaner:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

chicaner [le ~] zelfstandig naamwoord

le chicaner

Vertaal Matrix voor chicaner:

Synoniemen voor "chicaner":

Wiktionary: chicaner

Verwante vertalingen van chicane