Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chercheur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor chercheur (Frans) in het Nederlands

chercheur:

chercheur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le chercheur (explorateur; scientifique; examinateur)
    de onderzoeker; de vorser
    • onderzoeker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vorser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le chercheur (pisteur; enquêteur; personne qui piste; personne qui relève des signes de piste)
    de spoorzoeker
  3. le chercheur (creuseur; fouilleur; fossoyeur; fouisseur)
    delver; de graver
    • delver [znw.] zelfstandig naamwoord
    • graver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chercheur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delver chercheur; creuseur; fossoyeur; fouilleur; fouisseur
graver chercheur; creuseur; fossoyeur; fouilleur; fouisseur
onderzoeker chercheur; examinateur; explorateur; scientifique examinateur; interrogateur; personne qui teste; personnel de la recherche
spoorzoeker chercheur; enquêteur; personne qui piste; personne qui relève des signes de piste; pisteur
vorser chercheur; examinateur; explorateur; scientifique

Synoniemen voor "chercheur":


Wiktionary: chercheur

chercheur
noun
  1. Personne qui cherche
  2. Membre d’une équipe de recherche scientifique

Cross Translation:
FromToVia
chercheur verkenner Forscher — eine Person, die wissenschaftliche Zusammenhänge untersucht
chercheur onderzoeker researcher — one who researches
chercheur zoeker searcher — One who searches

Verwante vertalingen van chercheur