Frans
Uitgebreide vertaling voor chargé (Frans) in het Nederlands
chargé:
-
chargé
-
chargé
-
chargé
-
chargé (lourd)
geladen; opladen van een geweer-
geladen bijvoeglijk naamwoord
-
opladen van een geweer bijvoeglijk naamwoord
-
-
chargé (ordonné; assigné; commandé)
Vertaal Matrix voor chargé:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beladen | affréter; charger; fréter; recharger; équiper | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
belast | chargé | |
bezwaard | chargé | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beladen | chargé | |
bevolen | assigné; chargé; commandé; ordonné | |
geladen | chargé; lourd | |
opgedragen | assigné; chargé; commandé; ordonné | |
opgeladen | chargé | |
opladen van een geweer | chargé; lourd |