Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chapeau:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor chapeau (Frans) in het Nederlands

chapeau:

chapeau [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le chapeau (béret; bonnet; casquette; chaperon; couvre-chef)
    de hoed
    • hoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le chapeau (casquette; bonnet; béret; couvre-chef; feutre)
    de pet; het hoofddeksel
    • pet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofddeksel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le chapeau (bonnet; casquette; couvre-chef; feutre)
    het hoofddeksel; de muts
    • hoofddeksel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • muts [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. le chapeau
    het hoedje
    • hoedje [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. le chapeau
    kardinaalsmijter; de kardinaalshoed

Vertaal Matrix voor chapeau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoed bonnet; béret; casquette; chapeau; chaperon; couvre-chef
hoedje chapeau
hoofddeksel bonnet; béret; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre capuce; casque; couvre-chef
kardinaalshoed chapeau
kardinaalsmijter chapeau
muts bonnet; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre bonnet; béret; capuchon
pet bonnet; béret; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre

Synoniemen voor "chapeau":


Wiktionary: chapeau

chapeau
noun
  1. Ce qu’on met sur la tête
chapeau
noun
  1. een hoofddeksel

Cross Translation:
FromToVia
chapeau hoed hat — a head covering
chapeau hoed Hut — Kopfbedeckung

Verwante vertalingen van chapeau