Champion in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

champion:
- kampioen; vedette; uitblinker; crack; geweldenaar; coryfee; kei; harddraver; maestro; meester; voorvechter; bepleiter; ijveraar
Wiktionary:
- champion → kampioen, meester, groot vakman

Frans

Uitgebreide vertaling voor champion (Frans) in het Nederlands

le champion (maître; maestro)
de kampioen
- kampioen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le champion (as; vedette; crack)
de vedette; de uitblinker
- vedette [de ~] zelfstandig naamwoord
- uitblinker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le champion (coryphée; crack; as)
de crack; de geweldenaar; de coryfee; de kei
- crack [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- geweldenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- coryfee [de ~] zelfstandig naamwoord
- kei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le champion (trotteur; crack; driver; jockey de trot attelé)
de harddraver
- harddraver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le champion (maestro; maître)
de maestro; de meester
- maestro [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- meester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le champion (zélateur; défenseur; promoteur; avocat)
de voorvechter; de bepleiter; de ijveraar
- voorvechter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bepleiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ijveraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bepleiter	avocat; champion; défenseur; promoteur; zélateur
coryfee	as; champion; coryphée; crack
crack	as; champion; coryphée; crack
geweldenaar	as; champion; coryphée; crack
harddraver	champion; crack; driver; jockey de trot attelé; trotteur
ijveraar	avocat; champion; défenseur; promoteur; zélateur	enragé; exalté; fana; fanatique; fervent; maniaque; mordu; zélateur
kampioen	champion; maestro; maître
kei	as; champion; coryphée; crack	bijou; caillou; caillou roulé; finaud; galet; galet roulé; malin
maestro	champion; maestro; maître	maëstro
meester	champion; maestro; maître	chef; commandant; conducteur de train; directeur; doyen; enseignant; enseignante; instituteur; juriste; licencié en droit; maître; maître d'école; maître juré; maîtresse; mentor; mécanicien de train; parrain; patron; principal; professeur; seigneur; souverain; supérieur; tête; éducateur; éducatrice
uitblinker	as; champion; crack; vedette
vedette	as; champion; crack; vedette
voorvechter	avocat; champion; défenseur; promoteur; zélateur

Cross Translation:

From	To	Via
• champion	→ kampioen	↔ champion — someone who has been winner in a contest
• champion	→ meester; groot vakman	↔ Meister — Bezeichnung und Anrede für eine Person mit besonderen Fähigkeiten
• champion	→ kampioen	↔ Meister — Sport: Gewinner einer Meisterschaft

Computer vertaling door derden: