Châtiment in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

châtiment:
- kwelling; ergernis; beproeving; grief; bezoeking; nood; temptatie; bestraffing; straf; kastijding; tuchtiging; afstraffing
Wiktionary:
- châtiment → vergelding

Frans

Uitgebreide vertaling voor châtiment (Frans) in het Nederlands

le châtiment (calvaire; tourment)
de kwelling; de ergernis; de beproeving; de grief; de bezoeking; de nood; de temptatie
- kwelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ergernis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- beproeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grief [de ~] zelfstandig naamwoord
- bezoeking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- nood [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- temptatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le châtiment (punition; sanction)
de bestraffing; de straf; de kastijding; de tuchtiging
- bestraffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- straf [de ~] zelfstandig naamwoord
- kastijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- tuchtiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le châtiment (punition)
de afstraffing
- afstraffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afstraffing	châtiment; punition
beproeving	calvaire; châtiment; tourment	rude épreuve; épreuve
bestraffing	châtiment; punition; sanction
bezoeking	calvaire; châtiment; tourment
ergernis	calvaire; châtiment; tourment	affliction; agacement; chagrin; chiffonnement; contrariété; douleur; déplaisir; dérangement; embarras; ennui; gêne; inconvénient; irritation; mal; malheur; maussaderie; mécontentement; peine; rancoeur; souffrance; tristesse; énervement
grief	calvaire; châtiment; tourment	gémissement; lamentation; mal; maladie; offense; peine; plainte; réclamation; supplice; tenaillement
kastijding	châtiment; punition; sanction
kwelling	calvaire; châtiment; tourment	supplice; tenaillement
nood	calvaire; châtiment; tourment	adversité; besoin; crise; dénuement; détresse; indigence; misère; moment critique; nécessité; pauvreté; précarité; supplice; tenaillement; état d'alerte; état d'urgence
straf	châtiment; punition; sanction	amende; détention; emprisonnement; incarcération; peine; prison; punition
temptatie	calvaire; châtiment; tourment	attraction; charme; enchantement; ensorcellement; envoûtement; ravissement; séduction; tentation
tuchtiging	châtiment; punition; sanction
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
straf		difficile; difficilement; dur; sévère
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kwelling		tourment

Cross Translation:

From	To	Via
• châtiment	→ vergelding	↔ retribution — punishment inflicted in the spirit of moral outrage or personal vengeance