Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal certificat

Vertaal certificat van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. certificat:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor certificat (Frans) in het Nederlands

certificat:

certificat [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le certificat (charte; diplôme)
    het diploma; het certificaat; het charter; de oorkonde
  2. le certificat
    het attest; het bewijs; het briefje
    • attest [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • briefje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le certificat
    het certificaat
  4. le certificat (attestation)
    de referentie; het getuigschrift
  5. le certificat (argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; reçu; pièces à conviction; )
    het bewijs; beweringsgrond
  6. le certificat (brevet; licence; diplôme)
    de licentie; het brevet
    • licentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • brevet [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. le certificat (diplôme de docteur; diplôme universitaire; brevet; diplôme)
    universiteitsdiploma; de bul
  8. le certificat (certificat numérique; certificat de sécurité)
    het certificaat; digitaal certificaat; beveiligingscertificaat

Vertaal Matrix voor certificat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attest certificat certificat de santé; certificat médical
beweringsgrond argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; billet; certificat; confirmation; pièces à conviction; preuve; reçu
bewijs argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; billet; certificat; confirmation; pièces à conviction; preuve; reçu marque; pièce à conviction; preuve; signe; témoignage
brevet brevet; certificat; diplôme; licence
briefje certificat bank-note; billet; billet de banque; bout de papier; brouillon; coupure; gribouillis; griffonnage; mot; note; petit billet; petit mot; égratignure
bul brevet; certificat; diplôme; diplôme de docteur; diplôme universitaire
certificaat certificat; certificat de sécurité; certificat numérique; charte; diplôme
charter certificat; charte; diplôme affrètement; avion nolisé; charter; nolisement
diploma certificat; charte; diplôme diplôme
getuigschrift attestation; certificat
licentie brevet; certificat; diplôme; licence autorisation; carte blanche; concession de boissons; débit; délégation; habilitation; licence; licence d'exploitation d'un débit de boissons; licence de brevet; licence de débit de boissons; mandat; ordonnance de paiement; permis; permission; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration
oorkonde certificat; charte; diplôme
referentie attestation; certificat cadre de référence; louanges; recommandation; renvoi; référence
universiteitsdiploma brevet; certificat; diplôme; diplôme de docteur; diplôme universitaire
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
beveiligingscertificaat certificat; certificat de sécurité; certificat numérique
digitaal certificaat certificat; certificat de sécurité; certificat numérique

Synoniemen voor "certificat":


Wiktionary: certificat

certificat
noun
  1. écrit faire foi de quelque chose.
certificat
noun
  1. schriftelijk bewijs
  2. een schriftelijk bewijs
Cross Translation:
FromToVia
• certificat → certificaat; oorkonde; certifikaat ↔ Attest — Medizin: eine ärztliche Bescheinigung oder ein Gesundheitszeugnis

Verwante vertalingen van certificat







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0378 seconde
Page rendered in 1.0 seconds