Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. celui:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor celui (Frans) in het Nederlands

celui:

celui [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le celui (celle; celles; ceux)
    degene; diegene
    • degene [znw.] zelfstandig naamwoord
    • diegene [znw.] zelfstandig naamwoord

celui bijvoeglijk naamwoord

  1. celui
    degene
    • degene bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor celui:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degene celle; celles; celui; ceux celle; celles; celui qui; ceux
diegene celle; celles; celui; ceux celle; celles; celui qui; ceux
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
degene celui qui
diegene celui qui
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degene celui

Synoniemen voor "celui":


Wiktionary: celui

celui
  1. -
celui
pronoun
  1. ter aankondiging van een bepaling

Verwante vertalingen van celui