Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cataracte:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cataracte (Frans) in het Nederlands

cataracte:

cataracte [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cataracte
    de staar
    • staar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la cataracte (cascade; cascades; cascatelle; chute d'eau)
    de waterval; de watervallen

Vertaal Matrix voor cataracte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
staar cataracte
waterval cascade; cascades; cascatelle; cataracte; chute d'eau
watervallen cascade; cascades; cascatelle; cataracte; chute d'eau

Synoniemen voor "cataracte":


Wiktionary: cataracte

cataracte
noun
  1. géographie|fr saut, chute des eaux d’une grande rivière, lorsqu’elles se précipiter d’un lieu très élevé.
cataracte
noun
  1. grijze staar, een troebeling van de ooglens die het zien verstoort

Cross Translation:
FromToVia
cataracte cataract cataract — waterfall
cataracte grijze staar; cataract cataract — opacity of the lens in the eye
cataracte spreeuw StarZoologie: ein Singvogel, der gleichnamigen Familie